48

Een ernstige waarschuwing De drie belangrijkste vragen laat ik hieronder volgen: 1. Het kerkelijke en het geestelijke worden in de kanttekeningen vereenzelvigd. Wie aan de kerk geeft, zaait volgens de Statenvertalers “in de Geest”. Maar zó eenvoudig ligt dat volgens de Bijbel niet. In de brief aan de Galaten waarschuwt Paulus voor predikers die gelovigen voor zich willen laten werken, en hen met vroom klinkende verhalen aan zich willen binden (Gal. 1:6-10, 4:17, 5:10-12, 6:12-13). Geven aan een christelijke organisatie is dus niet per definitie “zaaien in de Geest”. Wie dat veronderstelt, is een naïef en willig slachtoffer. Van zo iemand kan gemakkelijk misbruik worden gemaakt. 2. Als “wie in zijn vlees zaait” zou betekenen: “Wie geld uitgeeft voor zijn eigen levensonderhoud”, dan is er geen mens die niet in zijn vlees zaait. De Bijbel zegt immers: “Want niemand haat ooit zijn eigen vlees, maar hij voedt het en koestert het, zoals Christus de gemeente” (Efe. 5:29) Als iemand honger heeft, gaat hij eten. En als iemand dorst heeft, gaat hij drinken. Wie het koud heeft, trekt een trui aan. En wie geen eten, drinken of een trui heeft wil zulke levensbehoeften verwerven. Zulke verlangens zijn volgens Efe.5:29 niet verkeerd, maar volstrekt natuurlijk en goed. De zorg die elk mens besteedt aan zijn eigen lichaam is volgens Paulus immers een beeld van de zorg die Christus heeft voor de Gemeente. 3. Paulus laat zich erg scherp uit over het “zaaien in eigen vlees”. De woorden van de apostel komen neer op een ernstige waarschuwing om beslist niet in het vlees te zaaien. Wie in zijn eigen vlees zaait, zal uit dat vlees verderf oogsten. Een andere mogelijkheid is er niet. “Want wat een mens 47

49 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication