Door zich te gaan houden aan een godsdienstige kalender en het ritueel van de besnijdenis zouden de christenen uit Galatië “in vlees” verder gaan, terwijl ze “in geest” waren begonnen. De overstap die ze wilden maken was dwaas. Wie keert er nu terug naar het symbool wanneer hij de werkelijkheid heeft ontvangen? (Gal. 4:8-10, Kol. 2:16-17). Wie heeft er nu liever een tegoedbriefje dan het tegoed? Wie wil er nu liever een slaaf zijn dan een zoon? (Gal. 2:4, 4:31, 5:1). Wanneer God alles om niet geeft, wat voor zin heeft het dan om te gaan werken ten einde iets van Hem te ontvangen? Wie wil gaan werken omdat hij meent dat dit vereist is om iets van God te kunnen ontvangen, neemt Gods genade niet serieus. Zo iemand spot met de Almachtige. Ook al beseft hij dat niet. Maar God “laat Zich niet bespotten” (Gal. 6:7). Nogmaals: vlees of geest? Ook in verband met de geschiedenis van Abraham schreef Paulus over de tegenstelling tussen vlees en geest. In dat verband merkte de apostel op: “Maar zoals destijds hij, die naar het vlees verwekt was, hem, die naar de geest verwekt was, vervolgde, zo ook nu” (Gal. 4:29) Met “hij die naar het vlees verwekt was” is Ismaël bedoeld, en met “hem die naar de Geest verwekt was” Izaäk. Paulus verwijst naar een geschiedenis die in Genesis 21:9 wordt beschreven. Ismaël dreef de spot met Izaäk op de dag dat deze werd gespeend. Zowel Ismaël als Izaäk waren Abrahams lijfelijke zonen. Dat de eerste een “zoon naar het vlees” en de tweede “een zoon naar de Geest” wordt genoemd betekent niet dat de eerste Abrahams letterlijke zoon en de tweede een aangenomen kind was. Ismaël was een “zoon naar het vlees” omdat Abraham hem op eigen initiatief had verwekt. God had aan Abraham beloofd dat hij een zoon zou krijgen. Maar Abrahams vrouw, Sara, was 50
52 Online Touch Home