55

leiden! 7. Hoe dat woord verkondigd wordt (en waarin dat woord wordt gezaaid) is van groot belang. God laat Zich niet bespotten. Het woord moet zó gebruikt worden als Hij het heeft bedoeld, binnen de kaders die Hij heeft aangegeven. Een Israëliet die naar de Thora wil luisteren, dient uit te gaan van geloof en niet van werken (Rom. 9:32). Wie het woord misbruiken om gelovigen tot activiteit op te zwepen en hun wijsmaken dat ze door eigen prestaties rechtvaardig kunnen worden, laten hun gehoor “zaaien in eigen vlees”. Daaruit zal niets goeds voortkomen. Het is immers duidelijk wat de “werken van het vlees” zijn (Gal. 5:20-21). Wie de mensen echter opdraagt om rechtvaardigheid te verwachten van hun hemelse Vader, wie hen “roept door de genade van Christus” (Gal.1:6), wie onderwijst dat God Zijn kinderen door Zijn Geest in Zijn wegen laat wandelen, die leert zijn gehoor te “zaaien in Geest”. Leraren van de eerste soort mogen beslist niet nagevolgd worden. Al was het Paulus zelf of een engel uit de hemel! (Gal. 1:8-9, 5:12). Maar leraren van de tweede soort verdienen navolging en gehoor. Ter afsluiting van zijn betoog geeft Paulus nog een goede raad: “Laten wij niet moede worden goed te doen, want, wanneer het eenmaal tijd is, zullen wij oogsten, als wij niet verslappen. Laten wij dus, daar wij de gelegenheid hebben, doen wat goed is voor allen, maar inzonderheid voor onze geloofsgenoten” (Gal. 6:9-10). 7 De Griekse uitdrukking die als “dwaalt niet” is vertaald, betekent letterlijk: “Laat je niet op een dwaalspoor leiden”. “Valse broeders” die de gemeenten binnenslopen (Gal.2:4) zouden de Galaten op een dwaalspoor kunnen leiden. Door zulke mensen mochten zij zich niet laten onderwijzen en zulke leraars mochten zij niet ondersteunen. 54

56 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication