64

Met kracht gesterkt Lezen: Efeze 3:14-21 Het tweede gebed van de apostel Paulus in de Efezebrief vinden we in Efe.3:14-21. Een blijmoedige gevangene Paulus was bezorgd over de christenen waaraan hij schreef (Efe. 3:1,13; 4:1). Ze zouden de moed toch niet opgeven en over Christus zwijgen, nu ze hadden gehoord dat de apostel in hechtenis was genomen (vgl. Efe. 6:20)? Vanuit zijn gevangenschap liet hij hun weten: “We hebben de vrijmoedigheid en de toegang met vertrouwen door het geloof van Hem” (Efe. 3:12-13, grondtekst). Het is alsof Paulus schrijft: “De Vader heeft ons geweldige voorrechten geschonken, op grond van de trouw van Zijn Zoon. Hoewel we beslist niet zondeloos zijn, kunnen we met vrijmoedigheid naar Hem toegaan, en al wat ons bezighoudt aan Hem voorleggen. Zelfs gelovigen uit de volken, die eens ver van God afstonden, hebben nu toegang tot de Eeuwige (Efe. 2:11-13). Ik, Paulus, ben aangesteld om jullie dit goede nieuws te verkondigen (Efe. 3:7-8). Ik mag het werktuig in Gods hand zijn, waardoor vijanden in vrienden, en bange slaven in blijmoedige zonen worden veranderd (Efe. 1:5). Wordt dus niet moedeloos vanwege mijn verdrukkingen, want die betekenen voor jullie: heerlijkheid (Efe. 3:13)”. Kracht om stand te houden De opdracht om moed te houden konden de lezers niet in eigen kracht volbrengen. Paulus besefte maar al te goed, dat gelovigen, 63

65 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication