70

in het conflict met onze vijand tóch stevig overeind blijven en op onze plaats blijven staan. Paulus benadrukt dat we de complete uitrusting moeten aandoen. In zijn betoog gebruikt hij het Griekse woord panoplia, dat “gehele wapenrusting” betekent. Wanneer een bepaald lichaamsdeel onbedekt blijft, zal de vijand zijn aanvallen juist op die zwakke plek richten. Alleen wanneer we “onze taak geheel vervuld hebben”, dus alle uitrustingsstukken hebben aangenomen, zullen we kunnen standhouden (vs.13). Gordel Het eerste uitrustingsstuk is een gordel: “de lendenen omgord met de waarheid”. Die koppelriem wordt ons geschónken. We hoeven hem alleen maar om te gespen. Uit het tekstverband blijkt, dat “waarheid” een aanduiding is van “het evangelie van de behoudenis” (Efe. 1:13): Gods goede nieuws, dat onder invloed van “allerlei wind van leer” (Efe. 4:14-15) kan worden vergeten. Dwalingen worden verkondigd door mensen, maar ze hebben een satanische oorsprong (vgl. 1 Timotheüs 4:12, 2 Timotheüs 2:25). In de Griekse tekst van Efe. 4:14 ontbreekt het woordje “hun”. Niet de mensen die een dwaalleer brengen zijn sluw, maar de denkbeelden, de misvormingen van de waarheid die zij verkondigen, zijn listig. De misleidingen van de duivel vinden vooral plaats op godsdienstig terrein. Gelovigen mogen zich omgorden met de waarheid, dat God hen al vóór de grondlegging der wereld heeft uitverkoren om heilig en onberispelijk te zijn voor Zijn aangezicht (Efe. 1:4, vgl. Efe. 5:27 en Kol. 1:22). Hij heeft hen toen al bestemd voor de positie van zonen, niet op grond van werken die zij zouden doen, maar opdat ze zouden zijn “tot lof van de heerlijkheid van Zijn genade” (Efe. 1:5-6, vgl. Efe. 2:8-9). Christenen bezitten de vergeving van de overtredingen (Efe. 1:7). In de toekomstige eeuwen zullen ze 69

71 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication