79

Het kruis De Here Jezus identificeerde Zich met de mensheid in haar zwakheid en moeite en verdriet. Hij werd zelfs één met ons door voor ons te sterven (Hebreeën 2:9-10). Bij dit eindpunt van Christus’ vernedering tekent Paulus aan, dat de Messias Zich “vernederd heeft en gehoorzaam is geworden tot de dood, ja tot de dood van het kruis”. De Here stierf niet een “gewone”, natuurlijke dood, maar de meest smadelijke en verachtelijke, gewelddadige en pijnlijke dood die er in Zijn tijd bestond. Zó ver ging Zijn gehoorzaamheid, dat Hij bereid was om voor goddelozen te sterven. In de kruisdood van Zijn Zoon liet de Schepper zien hoezeer Hij de mensheid liefheeft (Joh. 3:16, Rom. 5:6-8, 1 Joh. 3:16, 4:9-10). Heerschappij over allen In verband met de verhoging van de Messias noemt Paulus drie sferen waarop Zijn toekomstige koninklijke heerschappij betrekking heeft: “Daarom heeft God Hem ook uitermate verhoogd en Hem de naam boven alle naam geschonken, opdat in de naam van Jezus zich alle knie zou buigen van hen, die in de hemel en die op de aarde en die onder de aarde zijn, en alle tong zou belijden: Jezus Christus is Here, tot eer van God, de Vader!” (Fil. 2:9-11). “In de hemel” verwijst naar de sfeer die de opgestane Here bij Zijn hemelvaart is binnengegaan. In de hemel bevinden zich boodschappers (engelen), maar ook serafs en cherubs, naast overheden, machten en wereldbeheersers uit de wereld van de geesten. “Op de aarde” heeft betrekking op de sfeer, waarin onze Heer drieëndertig jaar heeft vertoefd. Met “wie op de aarde zijn” worden de op aarde levende mensen bedoeld. “Onder de aarde” wijst op de sfeer van de doden, het graf waarin de Messias gedurende drie dagen was gelegd. “Onder de aarde” bevinden zich alle gestorvenen, maar ook “engelen die aan hun oorsprong 78

80 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication