88

hoogste kwaliteit (Joh. 2:1-11). Hij at en dronk met tollenaars en zondaars waarmee de meeste mensen niet geassocieerd wilden worden. Vanwege dit gedrag spraken Zijn tegenstanders smalend over Hem en duidden Hem aan als “een vraatzuchtig mens en een wijndrinker” (Mattheüs 11:19, Luk. 7:34). Een asceet zoals Johannes de doper was onze Heiland beslist niet. Slot Ter afsluiting geef ik nogmaals een citaat uit het boek dat ik in de negentiger jaren van de vorige eeuw las. De schrijver merkt op: “Het is zinvol zich af te vragen waarom Paulus deze mensen vijanden van het kruis noemt. Er staat zelfs: de vijanden van het kruis. Het waren mensen van de optelsom. Ze leerden Jezus én nog iets: de onderhouding van de besnijdenis en de spijswetten. Zo wordt het behoud vrucht van het werk van Christus en van de mens zelf... Dan is men de vijand van het kruis. Want dan ontkent men het feit, dat Hij alles heeft betaald, dat Hij alle gerechtigheid heeft vervuld... Als Paulus zijn lezers en zichzelf volmaakt noemt (Fil. 3:15, Kol.1:28), dan heeft dat niets te maken met morele volmaaktheid of verstandelijke volmaaktheid, maar dan is dat de volmaaktheid van Christus, de volkomenheid van het werk door Hem volbracht... Dat is nu wat we bereikt hebben (Fil. 3:16). Dat is ook hetgeen waarover we het eens moeten zijn (Fil. 1:27, 4:1). Onrustig blijft de kerk, als ze in deze leer geen rust vindt” 13. We zouden ook kunnen zeggen: “Onrustig blijft u, zolang u in Hem geen rust vindt. Onrust verspreidt u, zolang u naast Christus nog een wet predikt”. [Gepubliceerd in november 2000] 13 A.w., p.164 87

89 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication