89

In Christus volmaakt Lezen: Kolossenzen 2:6-15 “U bent in Christus volmaakt”, schrijft Paulus in zijn brief aan de Kolossenzen (2:10). Wie tot het lichaam van Christus behoren zijn vanwege hun band met het Hoofd zowel besneden als gedoopt (Kol. 2:11-12). Besneden Over die besnijdenis merkt de apostel drie dingen op (Kol. 2:11): Het is “geen werk van mensenhanden”. Ze is geestelijk van aard, en niet lichamelijk zoals de besnijdenis van Israël die op de achtste dag na de geboorte plaatsvond (Fil. 3:5). Het is een volledige besnijdenis. In de besnijdenis van Christus werd geen stukje van het lichaam verwijderd, maar de oude mens werd helemaal weggedaan. Het “lichaam van het vlees werd afgelegd”. Omdat die besnijdenis heeft plaatsgevonden, mag het voor gelovigen vaststaan, dat ze “dood zijn voor de zonde” (Rom. 6:11). Het is de besnijdenis van Christus. Ze vindt haar oorsprong in Hem, of wordt door Hem tot stand gebracht. Het is niet de besnijdenis van Abraham of van Mozes, maar de besnijdenis van de Messias, die kenmerkend is voor de messiaanse tijd. De Messias werd tweemaal besneden. Allereerst in rituele zin, volgens het voorschrift in de wet, op de achtste dag van Zijn leven en nogmaals bij Zijn begrafenis, toen héél het “lichaam van het vlees” werd weggedaan. 88

90 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication