101

“Sta op, word gedoopt en gewassen van uw zonden, aanroepende de naam van de Heer” 160 Toen Ananias deze opdracht gaf, dacht hij geen moment aan water, maar aan Gods Geest. Want Lukas heeft zijn woorden op een andere plaats als volgt weergegeven: “Saul, broeder, de Heer heeft mij gezonden… opdat u weer kunt zien en met de heilige Geest vervuld wordt” (Handelingen 9:17) Wat in 22:16 wordt aangeduid als “zonden afwassen” wordt in 9:17 omschreven als “vervulling met de heilige Geest”. We vatten samen: 1. Handelingen 22:16 levert geen bewijs voor het dogma dat de waterdoop de zonden afwast, want afwassing van zonden wordt in dit vers verbonden aan “het aanroepen van de naam”. 2. In Handelingen 22:16 laat Lukas in het midden of Saulus door Ananias is gedoopt in water, of door de opgestane Heer in heilige geest. Het laatste is het meest waarschijnlijk. Want “gedoopt worden” (Handelingen 22:16) is een parallel van “vervuld worden met de heilige Geest” (Handelingen 9:17). 3. Wanneer we alle woorden van Ananias ter harte nemen, dan blijkt dat men niet van zijn zonden wordt verlost door zich in water te laten dopen, maar door de naam van Christus aan te roepen. 160 Zelfs de Statenvertalers wijken in Hand.22:16 af van de grondtekst, hoewel ze Hand.2:38 juist hebben weergegeven. 115

102 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication