108

die de groei geeft 174. Wie een godsdienstige partij vormt, bouwt met materialen die niet bestand zijn tegen het vuur van de komende test 175. Gelovigen behoren het ene lichaam te dienen en zich verre te houden van partijgeest. De apostel gaf een opmerkelijk antwoord op de Korinthische “richtingenstrijd”. Hij schreef: “Ik ben dankbaar dat ik niemand uwer gedoopt heb… want Christus heeft mij niet gezonden om te dopen, maar om het evangelie te verkondigen”. Paulus stelde “dopen” en “verkondigen” tegenover elkaar. Moderne evangelisten zouden dat nóóit doen. Die menen dat de verkondiging van het evangelie per definitie de opdracht inhoudt om te dopen. “Woord en sacrament” horen volgens protestanten bij elkaar. Volgens Paulus horen de evangelieprediking en de waterdoop echter niet bij elkaar, integendeel, ze staan tegenover elkaar! Christus had Paulus opdracht gegeven om het evangelie te prediken, maar niet om te dopen. Het dopen kon hij beter achterwege laten. Volgens moderne christenen drukte de apostel zich in 1 Korinthe 1:17 wat slordig uit. Maar Paulus was doorkneed in de Hebreeuwse Schriften en zijn uitspraak moet tegen de achtergrond van deze Schriften worden bezien. Alle “dopen” uit de wet, alle godsdienstige reinigingsrituelen, zijn “inzettingen voor het vlees, opgelegd tot de tijd van het herstel” 176. De Messias is gestorven voor de zonde, is opgestaan uit de doden en verleent zijn Geest aan ieder die in Hem gelooft. Waarom zou men dan nog schaduwachtige rituelen willen voltrekken? De werkelijkheid is gekomen! Wat voor zin heeft het om gelovigen 174 1 Kor. 3:4-9 175 1 Kor. 3:10-15 176 Heb.9:10 124

109 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication