111

“Noch besnijdenis is iets, noch onbesneden zijn, maar [of men] een nieuwe schepping [is]” (Galaten 6:15) Vandaag willen christenen hun naasten dwingen om zich te laten dopen, of om zich op een bepaalde manier te laten dopen. Aangezien de waterdoop “een inzetting voor het vlees” is, is dit even kwalijk als het dwingen van een medemens om zich te laten besnijden. Of iemand besprenkeld of ondergedompeld is, doet niet ter zake. Waar het om gaat, is of men een nieuwe schepping is geworden. De “zogenaamde doop, waarbij het vlees door mensenhanden wordt gewassen”, is niet de ware 185. Om de Gemeente met een hoofdletter, het lichaam van Christus, te kunnen vormen, heeft God Jood en heiden één gemaakt, de scheidsmuur van de omheining weggebroken en de wet van de geboden die in inzettingen bestaat, te niet gedaan. In Christus zijn Jood en heiden tot één nieuwe mens herschapen 186. Hoe dwaas is het dan wanneer christenen scheidsmuren bouwen door elkaar inzettingen op te leggen, zoals de verplichting om zich op een bepaalde manier te laten dopen, om op een bepaalde dag te rusten, jaarlijks bepaalde feesten te vieren, jaarcycli in acht te nemen en bepaalde dingen niet te eten of te drinken. Zulke christenen gedragen zich alsof er nooit brieven aan de Galaten, de Efeziërs en de Kolossenzen zijn geschreven. We vatten samen: 1. Paulus verbond “woord en sacrament” niet, maar plaatste evangelieprediking en doop tegenover elkaar. Christus had hem niet gezonden om te dopen, maar om het evangelie te verkondigen (1 Korinthe 1:17). 185 Vgl. Efe.2:11-12 en Fil.3:2-3. 186 Efe.2:13-16. 127

112 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication