114

“Want wij hebben gehoord, dat de HERE de wateren van de Schelfzee voor uw ogen heeft doen opdrogen, toen gij uittoogt uit Egypte...” (Jozua 2:10) “Op het droge is Israël hier door de Jordaan getrokken, omdat de HERE, uw God, de wateren van de Jordaan voor u heeft doen opdrogen, totdat gij erdoor getrokken waart, zoals de HERE, uw God, gedaan heeft met de Schelfzee, die Hij voor ons heeft doen opdrogen, totdat wij erdoor getrokken waren, opdat alle volken der aarde zouden weten, dat de hand des HEREN sterk is, en zij de HERE, uw God, al de dagen zouden vrezen” (Jozua 4:22-24) “Door het geloof zijn zij door de Rode Zee gegaan als over droog land, terwijl de Egyptenaars, toen zij het ook beproefden, verzwolgen werden” (Hebreeën 11:29) Acht maal wordt in de Bijbel verteld, dat de Israëlieten droog bleven. Niet zij, maar de Egyptenaren werden ondergedompeld! Als Paulus dus schrijft, dat de Israëlieten werden gedoopt “in de wolk en in de zee”, dan is dit beeldspraak. 1 Korinthe 10:2 is een voorbeeld van de stijlfiguur die bekend staat als metonymia of “naamsverwisseling”. Wie van deze stijlfiguur gebruik maakt noemt in plaats van de oorzaak het gevolg, of in plaats van het gevolg de oorzaak. In het Nederlands kunnen we zeggen: “Ik heb in het Rijksmuseum een prachtige Rembrandt gezien”. We bedoelen dan: een schilderij van Rembrandt. In plaats van het kunstwerk vermelden we de maker. Ook kunnen we zeggen: “Jan is een liefhebber van de fles”. We noemen de verpakking, terwijl het gaat om de inhoud. In werkelijkheid houdt Jan beslist niet van flessen. Met een lege fles kun je hem niet blij maken! De vrouw van Jan zal opmerken: “Ik heb er grijze haren van gekregen”. In plaats van de oorzaak (veroudering) noemt ze het gevolg (vergrijzing). De drankzucht van haar echtgenoot heeft haar vroegtijdig oud gemaakt. 130

115 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication