135

Christus bekleed. Hierbij is geen sprake van Jood of Griek, van slaaf of vrije, van mannelijk of vrouwelijk; gij allen zijt immers één in Christus” (Galaten 3:26-28) In al deze teksten spreekt de apostel over de doop in geest, niet over een doop in water. Kort samengevat: 1. Wie in Efeze 4:5 aan de waterdoop denkt, een kerkelijke handeling die door mensen wordt verricht, die “vertrouwt op vlees” (vgl. Fil.3:2-7). Terwijl Paulus vertelt Wie God is en wat Hij voor ons heeft gedaan, spreken kerken over wat gelovigen moeten doen om hun behoudenis (zogenaamd) veilig te stellen. 2. IJveraars voor de waterdoop gedragen zich als Paulus’ tegenstanders, die gelovigen uit de volken de besnijdenis wilden opleggen 210. Ze menen heilszekerheid te kunnen ontlenen aan een godsdienstig ritueel, een schaduw, in plaats van aan de werkelijkheid. 3. Of men besprenkeld of ondergedompeld is heeft niets te betekenen. Ook de vraag of men besneden of onbesneden is, is volgens de Bijbel van geen enkel belang. Van belang is het antwoord op de vraag, of men een nieuwe schepping is geworden 211. 210 Vgl. Fil.3:2-4. 211 Gal.6:15 155

136 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication