138

Wanneer Paulus het werk van de Messias beschrijft, dan onderscheidt hij daarin vier fasen: 1. Christus heeft zijn gemeente liefgehad (5:25a). De onveranderlijke en blijvende liefde van de Messias was er het eerst (Hebreeën 13:8) 2. Christus heeft zich voor de gemeente overgegeven (5:25b). Vanwege zijn grote liefde was de Messias bereid om zijn heerlijkheid af te leggen, de gestalte van een slaaf aan te nemen, zich te vernederen en te sterven aan een kruis (vgl. Filippenzen 2:5-8) 3. Christus deed dit om de gemeente te kunnen heiligen en haar te reinigen “door het bad in het woord” (5:26). Hij roept mensen door middel van Gods woord, en met dat woord reinigt Hij hen. 4. Uiteindelijk zal Hij de voltooide gemeente vóór zich plaatsen, stralend, zonder vlek of rimpel of iets dergelijks, heilig en onbesmet (5:27). Dat einddoel zal beslist worden bereikt (vgl. Romeinen 8:19-23, Filippenzen 3:20-21). We zouden deze bijbelse gegevens als volgt kunnen samenvatten: 1. Het woord loutron (“bad”) is beeldspraak voor een reiniging in ceremonieel opzicht. 2. Zo’n bad stelt mensen die aanvankelijk onrein waren in staat om tot God te naderen. 3. Ware reiniging vindt volgens Paulus niet plaats door water, maar door Gods woord. Van een verwijzing naar de waterdoop is in Efe.5:26 geen sprake. 159

139 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication