147

We vatten samen: 1. Zondaars worden gered doordat God “de heilige Geest over hen uitstort” (Titus 3:6). Dat bad brengt wedergeboorte en levensvernieuwing teweeg. Vanwege die doop is men Gods erfgenaam (Galaten 4:7, Titus 3:7). 2. Mensen worden “zonen”, dat wil zeggen: volwassen kinderen, van God doordat God “de Geest van zijn Zoon uitzendt in hun harten” (Galaten 4:6). Zonen van God zijn “tot Christus gedoopt” en “met Christus bekleed”, aangezien God de Geest van zijn Zoon over hen heeft uitgestort (Galaten 3:26-27). 3. Dat gelovigen kinderen van God zijn, weten zij doordat de Geest die in hen woont ervan getuigt. Zij roepen God aan als “Vader” (Romeinen 8:15-16). Wie door Gods Geest geleid worden zijn Gods volwassen kinderen (Romeinen 8:14), maar wie de Geest van Christus niet hebben, behoren niet tot Gods gezin (Romeinen 8:9). 4. Toen de “zonen” het goede bericht van hun redding hoorden en op Christus gingen vertrouwen werden zij meteen verzegeld met de heilige Geest (Efeze 1:13). 5. Niet het antwoord op de vraag of iemand zich in water heeft laten dopen bepaalt of iemand christen is, maar het antwoord op de vraag of men de Geest heeft ontvangen. 170

148 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication