151

Volgens de Hebreeënschrijver vermengde Mozes het bloed van de offerdieren met water, en gebruikte hij hysop en scharlaken wol om het volk te kunnen besprenkelen (Heb.9:19-20). Later werden er aan Israël wetten gegeven betreffende het “reinigingswater” 225, een “middel tot ontzondiging”. Om dat water te kunnen bereiden moest er buiten de legerplaats een gave, rode koe worden geslacht. Het dier werd verbrand met cederhout, hysop en scharlaken (Numeri 19:1-10). De as werd in een vat gedaan en men goot er “levend water” op (Numeri 19:17). Dat water moest door een rein iemand op voorwerpen of personen worden gesprenkeld die reiniging nodig hadden. Dit sprenkelen vond plaats met takjes van de hysop-plant (Num.19:18). Reinigingswater moest bij meerdere gelegenheden worden toegepast: (a) bij een mens wanneer deze het lijk van een medemens had aangeraakt (Numeri 19:11-13); (b) bij een mens die een graf of menselijke botten had aangeraakt (Numeri 19:16); (c) bij een tent waarin iemand was overleden en bij alle voorwerpen die zich in die tent bevonden (Numeri 19:18). De reiniging die plaatsvond op de derde en de zevende dag na het contact met een overledene had tot gevolg dat de betrokken personen en gebruiksvoorwerpen op de zevende dag weer rein waren (Num.19:19). 225 Letterlijk: “water van nidda”, dat is: water van de scheiding (tussen het reine en het onreine, of tussen de levenden en de doden). 174

152 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication