“Om die reden… [het ongeveinsd geloof dat in u woont] herinner ik u eraan de gave Gods aan te wakkeren die door mijn handoplegging in u is” (2 Timotheüs 1:6) “De gave” of “de gave Gods” is een aanduiding van de heilige Geest (vergelijk Handelingen 11:17 met Handelingen 10:45-46). Ook hier legt Paulus verband tussen het symbool (de handoplegging) en de werkelijkheid (het ontvangen van de Geest). De Pentateuch legt dit verband ook. In het boek Numeri staat: “Toen zeide de HERE tot Mozes: Neem u Jozua, de zoon van Nun… en leg hem uw hand op… En Mozes deed, zoals de HERE hem geboden had… hij legde hem zijn handen op en gaf hem zijn bevelen” (Numeri 29:18, 22-23) Het gevolg van deze handoplegging wordt in Deuteronomium beschreven: “Jozua nu, de zoon van Nun, was vol van de geest der wijsheid, want Mozes had zijn handen op hem gelegd” (Deuteronomium 34:9) Samenvattend kunnen we concluderen: 1. Dopen beelden de reiniging uit die zondige mensen nodig hebben om tot God te kunnen naderen; 2. Handoplegging beeldt het ontvangen van de Geest uit die de ware reiniging tot stand brengt. 3. Zowel de dopen als de handopleggingen wezen vooruit naar de Messias. Hij is het die met de Geest doopt en voor zich een volk reinigt. 178
156 Online Touch Home