160

het allerbelangrijkst vindt, is de reinheid van het hart. Nauwgezette naleving van de Mozaïsche wetsvoorschriften is waardeloos indien deze niet met innerlijke reinheid gepaard gaat. De Hebreeënschrijver voegde eraan toe, dat de voorschriften uit de wet aangaande ceremoniële reinheid van tijdelijke aard waren. Ze waren Israël “opgelegd tot de tijd van het herstel”, dus niet voor altijd. Dat de wet een “juk” was dat aan Israël was opgelegd maar dat Israël niet kon dragen, had ook de apostel Petrus eens opgemerkt, in een toespraak in Jeruzalem. Petrus verzette zich tegen de denkbeelden van volksgenoten die gelovigen uit de heidenen het ritueel van de besnijdenis wilden opleggen: “Nu dan, wat stelt gij God op de proef door een juk op de hals der discipelen [de gelovigen uit de heidenvolken] te leggen, dat noch onze vaderen, noch wij hebben kunnen dragen? Maar door de genade van de Here Jezus geloven wij [Joden] behouden te worden op dezelfde wijze als zij [gelovigen uit de volken]” (Handelingen 15:10-11). Met de “tijd van het herstel” (letterlijk: de tijd van de verbetering, of de “rechtzetting” 230) bedoelde de schrijver: de tijd die was aangebroken toen de Messias in de hemel werd opgenomen en als blijvende Hogepriester de ware tempel binnenging. De “voorschriften zonder kracht en nut” stonden vanaf dat moment op het punt om te verdwijnen (Heb. 7:18-19a, 8:13). Er is “een betere hoop gewekt” (Heb. 7:19b). De Messias is van “een beter verbond borg geworden” (Heb. 7:22). Hij is de “middelaar van een beter verbond, waarvan de rechtskracht op betere beloften 230 Zie Handelingen 24:2 waar hetzelfde woord diorthosis voorkomt. Door het beleid van stadhouder Felix waren er “verbeteringen” voor het Joodse volk tot stand gekomen. Een verwante uitdrukking, anorthoo, wordt in Hebreeën 12:12 gebruikt voor het “recht zetten” of “strekken” van uit de kom geschoten ledematen. 183

161 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication