165

een reinigingsritueel zoals de ‘dopen’ uit de wet. Het gaat om iets anders, om een geestelijke werkelijkheid”. 4. In het voorafgaande was de Geest meerdere malen genoemd. Christus is “levend gemaakt in de geest”, dat wil zeggen: verheerlijkt en met een onsterfelijke bestaanswijze uit de doden opgewekt (vs.18, vgl. Rom.1:4 en 1 Kor.15:42-50). In de geest heeft Hij ook gepredikt tot de “geesten in de gevangenis”, de ongehoorzame engelen in de Tartaros (vergelijk vs.19 met 2 Pet.2:4, Judas:6 en Gen.6:1-7). Vers 21 komt overeen met vers 18. Zoals Christus “in de Geest“ of “door de Geest” werd levendgemaakt (vs.18),.zo worden wij gered doordat wij de Geest ontvangen. 5. Nadat Petrus heeft verteld wat de doop die ons redt niet is, vertelt hij wat die doop wel is. Het is een “bede van een goed geweten tot God, door de opstanding van Jezus Christus”. Het Griekse woord eperooteema, dat met “bede” is vertaald, is afgeleid van de werkwoorden epeerootaoo en erootaoo. Epeerootaoo komt in de evangeliën tien maal voor en betekent “ondervragen” 236. Erootaoo betekent “vragen” en komt 63 maal voor. Meestal gaat het om een “verzoek”: de discipelen vroegen aan Jezus of Hij iets wilde doen, uitleg wilde geven of informatie wilde verschaffen. Het is opmerkelijk, dat de bijbelschrijvers in verband met voorbede verschillende werkwoorden gebruikten. Wanneer mensen een verzoek tot God richtten, dan gebruikten zij het werkwoord aiteoo, dat “smeken” betekent. Maar wanneer 236 Jezus ondervroeg de demonen in de bezetene (Mar.5:9). Hij ondervroeg een blinde aangaande diens gezichtsvermogen (Mar.8:23). Hij ondervroeg zijn discipelen naar hun opvattingen over Hem (Mar.8:27,29)., en de gesprekken die zij hadden gevoerd op de weg naar Kapernaüm (Mar.9:33). De rijke man ondervroeg Jezus aangaande het beërven van het eeuwige leven (Mar. 10:17). Petrus, Jakobus, Johannes en Andreas ondervroegen hun Meester aangaande de verwoesting van Jeruzalem (Mar.13:3). Kajafas, Pilatus en Herodes ondervroegen Jezus toen Hij als gevangene vóór hen werd geleid (Mar.14:61, Mar.15:4, Luk.23:9). 188

166 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication