25

En tegen soldaten die hun militaire plichten moesten vervullen: “Plundert niemand uit en perst niets af en weest tevreden met uw soldij” (Lukas 3:14) Dat waren “vruchten die aan de bekering beantwoordden” (Mat.3:8). Waar die zichtbaar werden was iemands levenshouding radicaal veranderd. Door zich te laten dopen erkende men dat men geen rechtvaardige was maar een zondaar, die behoefte had aan reiniging. Men stemde in met Gods beoordeling van zichzelf en men “rechtvaardigde God”, door te erkennen dat wat de Almachtige had gezegd de waarheid was. Vandaar, dat in het Lukasevangelie wordt opgemerkt: “...Toen al het volk dit hoorde, en ook de tollenaars, hebben zij God gerechtvaardigd, daar zij met de doop van Johannes gedoopt waren. Maar de Farizeeën en de wetgeleerden verwierpen voor zichzelf de raad Gods, daar zij niet door hem gedoopt waren” (Lukas 7:29-30) Het Griekse voorzetsel eis (Nederlands: “tot”) geeft het doel of het eindresultaat van een handeling aan. Velen hebben daarom gemeend dat de waterdoop een “sacrament” is dat vergeving van zonden te weeg brengt. Door heidenen te dopen zouden die heidenen in christenen worden veranderd en van hun zonden worden bevrijd. Uit het optreden van de Doper blijkt echter, dat water de zonden niet wegwast. Mattheüs schrijft: “Toen hij nu zag, dat vele van de Farizeeën en de Sadduceeën tot de doop kwamen, zeide hij tot hen: Adderengebroed, wie heeft u een wenk gegeven om de komende toorn te ontgaan? Brengt dan vrucht voort, die aan de bekering beantwoordt; en beeldt u niet in, dat gij bij uzelf kunt zeggen: Wij hebben Abraham tot vader, want ik zeg u, dat God bij machte is uit deze stenen Abraham kinderen te verwekken” (Mat.3:7-9) 30

26 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication