51

Kort samengevat: 1. Het zendingsbevel van Mattheüs 28:19 omvat niet drie afzonderlijke opdrachten, maar slechts één. Volken moeten tot discipelen van de Messias worden gemaakt door hen te dopen en hun te leren om zijn geboden te bewaren. 2. Aangezien de discipelen werden uitgezonden zoals de Vader zijn Zoon had gezonden (Joh.20:21), moesten zij hun medemensen dopen met heilige geest – net zoals de Vader de Geest op zijn Zoon had doen neerdalen voordat Hij zijn dienst begon (Matth.3:16-17) en zoals Jezus hen had gedoopt met zijn Geest (Hand.2:33). Jezus doopte niemand met water (Joh.4:2). Hij doopt met heilige Geest (Joh.1:36). 3. Wanneer de apostelen aan niet-Joden vertelden wat Jezus heeft gedaan en sinds zijn hemelvaart doet – hoe Hij mensen genas en hen bevrijdde uit de macht van de duivel, hoe Hij werd gekruisigd maar op de derde dag door God werd opgewekt, zodat wie nú zijn vertrouwen op Hem vestigt vergeving van zonden ontvangt, dan viel de Geest op alle hoorders die dit goede bericht geloofden (Hand.10:37-45). Zo werd het zendingsbevel in praktijk gebracht. 59

52 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication