61

De belofte van de Vader In het Nieuwe Testament wordt de Geest niet alleen “gave” genoemd, maar ook: “belofte”. “En zie, Ik doe de belofte mijns Vaders op u komen. Maar gij moet in de stad blijven, totdat gij bekleed wordt met kracht uit den hoge” (Lukas 24:49) “En terwijl Hij met hen aanzat, gebood Hij hun Jeruzalem niet te verlaten, maar te blijven wachten op de belofte van de Vader, die gij (zeide Hij) van Mij gehoord hebt. Want Johannes doopte met water, maar gij zult met de heilige Geest gedoopt worden, niet vele dagen na dezen” (Handelingen 1:4-5) Wanneer de opgestane Messias tegen zijn discipelen zegt “Ik doe de belofte mijns Vaders op u komen”, dan klinkt ons dat vreemd in de oren. De tweede naamvalsvorm is overgenomen uit het Grieks. “Belofte mijns Vaders” betekent: het door mijn Vader beloofde, en “belofte des heiligen Geestes”: de beloofde heilige Geest. De aankondiging van Jezus kan in het Nederlands als volgt worden weergeven: “Ik zal ervoor zorgen dat de zegen die de Vader heeft beloofd op je neerdaalt. Blijf in Jeruzalem totdat het zover is”. Lukas heeft vastgelegd wat die belofte inhield. De discipelen zouden worden “bekleed met kracht uit den hoge” 118 doordat zij werden “gedoopt in heilige Geest” 119. Binnen enkele dagen zou de Messias vanuit de hemel de Geest op hen uitgieten 120. De vervulling van Jezus’ woorden is door Petrus als volgt beschreven: 118 Dat is: met hemelse, of Goddelijke kracht, Luk. 24:49 119 Han.1:4-5 120 Han. 2:33 71

62 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication