88

“Toen nu de apostelen te Jeruzalem hoorden, dat Samaria het woord Gods had aanvaard, zonden zij tot hen Petrus en Johannes, die daar aangekomen, voor hen baden, dat zij de heilige Geest mochten ontvangen. Want deze was nog over niemand van hen gekomen... Toen legden zij hun de handen op en zij ontvingen de heilige Geest” (Handelingen 8:14-17, NBG) “Geeft ook mij deze macht, opdat, als ik iemand de handen opleg, hij de heilige Geest ontvange” (Handelingen 8:19, NBG) “Zou iemand het water kunnen weren, om dezen te dopen, die evenals wij de heilige Geest hebben ontvangen?” (Handelingen 10:47, NBG) De zinsnede “de Geest ontvangen” komt in het Nieuwe Testament dikwijls voor. Mensen ontvangen de Geest, wanneer God hun die Geest geeft (of schenkt of verleent). We vinden die laatste uitdrukking o.a. in de volgende teksten: “... de heilige Geest, die God hun gegeven heeft, die Hem gehoorzaam zijn” (Handelingen 5:32, NBG) “... toen Simon zag, dat door de handoplegging van de apostelen de Geest werd gegeven...” (Handelingen 8:18, NBG) “... En God, die de harten kent, heeft getuigd door hun de heilige Geest te geven, evenals ook aan ons” (Handelingen 15:8, NBG) “... de heilige Geest, die ons gegeven is” (Rom.5:5, NBG) “... Die u de Geest schenkt, en krachten onder u werkt...” (Gal.3:5, NBG) “... God, die u immers ook zijn heilige Geest geeft” (1 Thess.4:8, NBG) 102

89 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication