92

“En toen zij gedoopt was, en het huis van haar….” (Handelingen 16:15) “En werd zelf gedoopt en die van hem waren, allen, onmiddellijk” (Handelingen 19:33) “Vele van de Korinthiërs, horende, geloofden en werden gedoopt” (Handelingen 18:8) Lukas laat in het midden of de betrokkenen door Paulus en Silas werden gedoopt in water, of door de opgestane Messias in heilige Geest. Voor de opvatting dat de betrokkenen in water werden gedoopt brengen verdedigers van de kinderdoop de volgende argumenten naar voren: 1. Lydia schonk aandacht aan Gods woord op de gebedsplaats bij de rivier (Hand.16:13). Er was dus water voor handen om haar te kunnen dopen. 2. Uit het feit dat Lydia op de sabbat naar de gebedsplaats ging en uit wat Lukas over haar vertelt, namelijk dat zij “God vereerde” blijkt dat de purperverkoopster een proseliet was (Hand.16:14, vgl. Hand.10:2). Haar doop betekende dat zij definitief tot de Joodse godsdienst overging, en zich voegde bij het gelovige Israël dat zich in opdracht van God door Johannes had laten dopen. 3. De gevangenbewaarder bracht Paulus en Silas naar de watervoorraad in zijn huis, hij nam hen immers mee “om hun striemen af te wassen”. Daarna werden de man en zijn huis gedoopt (Hand.16:33). Het ligt voor de hand dat de betrokkenen werden gedoopt met hetzelfde water als waarmee Paulus en Silas waren gewassen. Dat water was waarschijnlijk opgeslagen in een kruik (vgl. Joh.2:6) of in een put. 106

93 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication