21

Je kent genade, je mag daar zelf uit leven, en dan zal je vervolgens ook je kinderen de ruimte geven als vader. Er wordt gezegd: “Vaders, tergt of prikkelt uw kinderen niet” en daarop volgt dan het motief: “opdat zij niet moedeloos worden”. Het idee daarbij is, dat er eisen aan hen worden gesteld waaraan ze niet kúnnen voldoen. ‘Ze moeten dit’ en ‘ze moeten dat’. ‘Ja, ik doe het toch nooit goed!’ Dit gedrag is trouwens dikwijls weer de vrucht, het resultaat van ‘leven onder de wet’. Van jezelf van alles eisen en wat doe je dan vervolgens …?! Ook bij je kinderen ga je dat doen, daarbij doe je exact hetzelfde, van hen ga je eveneens dingen eisen. Je gaat ze belasten en ze worden er moedeloos van, gedemotiveerd. Het is heel anders als je je kinderen in diezelfde genade laat wandelen, waar jij ook in mag wandelen. Gewoon, omdat het je kinderen zijn. Je behandelt ze ook als kinderen. Je stimuleert ze en je vertelt ze van de God, Die het allemaal tot een goed einde brengt. Dat geldt ook voor pubers. Je kunt natuurlijk zeggen: ‘O, het is vreselijk, want hij (of zij) zit zó tegen de dingen te schoppen.’ Dank God ervoor dat je kind dat doet, want weet je wat het is? Er wordt wel eens een keer geprotesteerd door kinderen en ouders klagen daar dan over – over het feit dat ze dingen van het Woord aan hun kinderen hebben doorgegeven en dan komt er een periode in de puberteit. En ja, dat is wat ‘puberteit’ toch is (althans, voor het merendeel van degenen die in die leeftijdsfase zitten): die kinderen gaan dan protesteren, die gaan schoppen. Is dat negatief? Ik zeg: Nee, het is een reden om te danken. Want wat zo’n kind doet is uittesten wat de waarde is van dat wat ze altijd hebben meegekregen. 22

22 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication