3. Jaloers zijn voor Jahweh In de Psalmen staat “Mijn jaloezie deed mij vergaan”, gevolgd door de reden: “omdat mijn tegenstanders Uw woorden vergaten”.26 Daarmee komen wij in de Schrift nog een andere vorm van jaloezie tegen: die waarmee de mens God zijn aanhankelijkheid betoont! 3.1 De jaloezie van de Messias In Psalm 69 geeft ook David blijk van jaloezie voor Jahweh: “want de jaloezie van Uw huis heeft mij verteerd”.27 Dit psalmwoord werd door onze Heer Jezus Christus vervuld op de derde dag van Zijn bediening op aarde. Daarom haalt de evangelist Johannes dezelfde woorden aan nadat hij beschreven heeft hoe Jezus de Tempel in de dagen vóór het Pascha reinigt van geestelijk zuurdeeg, belichaamd in de aanwezige wisselaars en verkopers van offerdieren.28 Bij die gelegenheid kondigde Hij Zijn opwekking uit de doden aan, terwijl niemand toen besefte dat God juist Hem en niet de Tempel tot woning had verkozen. De profeet Ezechiël was er bijna zes eeuwen eerder getuige van geweest hoe de heerlijkheid Jahweh de Tempel had verlaten.29 Zij ______________________ 26 Psalm 119:139 (AED-CV) 27 Psalm 69:9 (AED-CV) 28 Lucas 24:44-47 29 Ezechiël 10:18-19 en 11:22-23 18
17 Online Touch Home