19

Een afschuwelijk bewijs van intense jaloezie, van nijd, die misplaatst “heilig” was, leverden de overpriesters die Jezus voor Pilatus hadden laten voorgeleiden, nadat zij al het besluit genomen hadden hem te doden.34 Gelukkig laat Jahweh in geen enkele situatie ooit de teugels glippen en blijkt hij de menselijke jaloezie, heilig of onheilig, vaak met afgrijselijke gevolgen, toch feilloos te hebben ingepast in het plan dat Hij met deze kosmos heeft. 3.3 Uitnodigende jaloezie Paulus grijpt op de geschiedenis van Elia in de Horeb terug in zijn brief aan de geliefden Gods, geroepen heiligen, die te Rome zijn. Daarin maakt de apostel duidelijk dat hij, net zomin als Elia, de enige Israëliet is, die het evangelie van God gelooft. In Elia’s tijd, toen het accent nog op werken lag, had God Zich zevenduizend mannen doen overblijven die hun knie niet voor Baäl hadden gebogen. Zo heeft God Zich ook nu, in het tijdsgewricht (kairos) dat niet door werken maar door Gods genade wordt bepaald, uit Israël een rest verkoren. Een paar jaar later zou Paulus in de zogenoemde Efezebrief schrijven dat die rest, in één Lichaam verenigd met de geroepenen uit de heidenen, zal delen in alle geestelijke zegen, in de bovenhemelse gewesten, in Christus. Paulus hoopt dat ook hij, als Israëliet, van de stam Benjamin, zoveel jaloezie opwekt dat ook andere Joden deel ______________________ 34 Mattheüs 27:18 21

20 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication