29

feest van de ongezuurde (broden), waaruit blijkt, dat deze sabbatdag binnen de telling van vijftig tot Pinksteren viel. In 1 Korinthiërs 16:2 raadt Paulus aan inzameling te houden ‘in overeenstemming met (dag) één van sabbatten’. Dit opzij leggen was mogelijk, omdat de eerste gersteoogst vanaf het feest van de ongezuurde (broden) werd binnengehaald. Avond van de sabbatten Mattheüs 28:1 noemt allereerst de avond van (de) sabbatten, in het Grieks: opse sabbatōn. Nu we erop bedacht zijn, onderscheid te maken tussen jaar- en weeksabbatten, wordt de uitdrukking begrijpelijk. Wanneer, zoals bij Jezus’ sterven en opstanding, een weeksabbat direct volgt op een jaarsabbat, delen de twee sabbatten een avond. In Mattheüs 27 komen hogepriesters en farizeeën de volgende dag, dat is ná Jezus’ sterfdag, bij Pilatus om een wacht te vragen bij Zijn graf. Zij kwamen op 15 Nisan, de jaarsabbat, bij Pilatus. Mede hierdoor zou mogelijk het zinnetje uit 28:1 “(Het was) nu (de) avond van (de) sabbatten” beter passen, als het aan het eind van hoofdstuk 27 was geplaatst. Een hoofdstukindeling van de Bijbel maakte men pas later, die is er niet in het Grieks. Pilatus geeft hun een wacht, de steen wordt verzegeld en het is de “avond van (de) sabbatten”. De jaarsabbat 15 Nisan loopt hier ten einde en de weeksabbat begint. Mattheüs 28:1 vervolgt: 31

30 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication