37

zonsopgang en zonsondergang evenveel uren als de Romeinen. In de tijd dat de zon scheen, telden beiden twaalf uren.20 Zoals nu nog steeds gebeurt – en ook voor ons handig is - mat men het uur af naar de lengte van zijn eigen schaduw. De Joden begonnen echter eerst bij zonsopgang de uren te tellen, terwijl de Romeinen - net als wij – daarmee reeds vanaf middernacht begonnen. Dat betekende dat bij zonsopgang voor de Joden het eerste uur begon te lopen, terwijl dit voor de Romeinen al het zevende was. Bij zonsondergang eindigde voor de Joden het twaalfde en laatste uur, voor de Romeinen het achttiende (schema 2). Romeinen 1e 7e 8e 9e 10e 11e 12e 13e 14e 15e 16e 17e 18e 24e Joden 1e 2e 3e 4e 5e 6e 7e 8e 9e 10e 11e 12e van zonsopgang tot zonsondergang "Na drie dagen" naast "ten derden dage" Wie de verslagen van Mattheüs, Marcus, Lucas en Johannes (hierna kortweg: de evangelisten) onderzoekt op het punt van de derde dag, zal ontdekken dat Marcus het consequent heeft over "na drie dagen" (meta treis êmeras).21 Mattheüs gebruikt deze aanduiding alleen in 20 De Heer verwijst daarnaar: "zijn er niet twaalf uren van de dag?" (Johannes 11:9). 21 NBG51 berust op een inmiddels achterhaalde Griekse teksteditie. Volgens de Concordant Greek Tekst en het Novum Testamentum 40

38 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication