15

Je leest later (en dat wordt dan al geprofeteerd in Psalm 2:7) dat God tegen Hem zegt: “Mijn Zoon zijt Gij; Ik heb U heden verwekt”, Hebreeën 5:5. Dit blijkt te gaan over de opstanding, toen heeft God Hem opnieuw verwekt, namelijk uit de doden6. Dat maakt Zijn Zoonschap nóg unieker. De Vader van de gelovigen Als we het hebben over het feit dat God Vader is, dan heeft dit gegeven allerlei kanten. Het is als een diamant en een paar van die facetten wil ik graag belichten om er Bijbels licht op te werpen. Nog een aspect: God als Vader van het nieuwe leven, namelijk van de gelovigen nu. Hier komen we alsnog uit bij dat kritiekpunt op dat lied van “Kind’ren van één Vader, zijn wij allemaal”. En de tegenwerping is dan: ‘Ja, maar … zegt de Schrift niet dat Hij slechts een Vader is van de gelovigen?’ In sommige kringen is dat wat je leest in Johannes 1 erg bekend: 12 Doch allen, die Hem aangenomen (letterlijk: ontvangen) hebben, hun heeft Hij (vol)macht gegeven om kinderen Gods te worden, hun, die in zijn naam geloven; 13 die niet uit bloed, noch uit de wil des vlezes, noch uit de wil eens mans, doch uit God geboren zijn … Dat is een bijzonder ‘kindschap’. Maar dan hebben we het over het feit dat God tevens de Vader is van de nieuwe schepping, een schepping die de dood voorbij is, het nieuwe leven. 16

16 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication