0

OORDEEL & GERICHT Gerard Oudijn GEZONDE WOORDEN

Colofon Titel: Oordeel & gericht © 2023 Gerard Oudijn, gezondewoorden.nl Alle rechten voorbehouden Verschijningsdatum: februari 2023 Uitgever: Stichting Evangelie Om Niet, Papendrecht Samenstelling & vormgeving: EON, evangelieomniet.nl In samenwerking met Mieke Tom Foto cover © Ali Arman via Canva ISSN 2949-7353 NUR 707

INHOUD 1. Al Gods wegen Zijn oordeel of gericht 9 Eeuw-ig 9 Oordeel 10 Oude Testament 10 2. De boeken van Mozes 13 Kwaad met kwaad vergelden 14 Vrouwe Justitia? 14 Rechtzetten 14 Begin 15 Verordeningen en gebruiken 17 Efod 17 Recht verschaffen 18 Voorlopige conclusie 19 3. Overige boeken OT 21 Richteren 21 Salomo 23 Psalmen 24 4. Oordeel, totdat … 27 Totdat … 28 Eeuw-ig oordeel 29 7

5. Nieuwe Testament 31 Overzicht 31 Waarheid 32 De onbekende God 33 Oordeel is Evangelie 34 6. Die een ieder zal “vergelden” naar zijn werken 37 Aeonisch leven 37 Opvoeding 39 Waarheid 39 De dood teniet gedaan 40 De Bijbelteksten zijn een meer letterlijke (werk)vertaling, tenzij anders aangegeven. Bronnen: scripture4all.org en geschriften.nl. 8

1. Al Gods wegen Zijn oordeel of gericht Van een bezoeker van mijn website kreeg ik de vraag of ik wel eens iets over het onderwerp oordeel had geschreven. Ze kon daar niets over vinden en bij de blogs was er geen categorie over dat onderwerp. Ze vond alleen teksten over alverzoening en dat God de Redder is van alle mensen, maar ze zou graag uitleg willen over teksten die over ‘oordeel’ gaan. Nu noem ik alleen de positieve teksten en blijft het, naar haar mening, bij het ontkennen dat er ‘een eeuwig oordeel’ is. Eeuw-ig Bij dat laatste wil ik dan maar beginnen; ik ontken niet dat er een eeuw-ig oordeel is. Wel bestrijd ik het idee van hoe men dat meestal opvat, namelijk als een ‘altijddurend oordeel’. Eeuw-ig houdt in de grondtalen van de Bijbel – zowel het Hebreeuwse ‘olam’ als het Griekse ‘aion’ – verband met een tijdsperiode, het is nooit altijddurend. Ik ben ervan overtuigd dat een goed verstaan van het begrip ‘eeuw-ig’, essentieel is voor het begrijpen van het Evangelie. Anders gezegd: ik ben van mening dat wie het begrip ‘eeuw-ig’ niet goed verstaat, ook het Evangelie niet kan begrijpen. Een ‘eeuwige straf’, zoals dat in Mattheüs 25:46 aan de orde komt, is dan immers een uitzichtloze situatie, omdat er geen einde aan komt. 9

Oordeel Maar nu over het begrip ‘oordeel’. Dat is een uitgebreid onderwerp waar veel over te zeggen valt. Het begrip ‘eeuw-ig oordeel’ komt overigens maar één keer voor in de Schrift, namelijk in Hebreeën 6:2. In de Statenvertaling ook, in Marcus 3:29, maar dat berust op een foute vertaling (zie NBG-vertaling). Statenvertaling: 2 Maar zo wie gelasterd zal hebben tegen de Heilige Geest, die heeft geen vergeving in eeuwigheid, maar hij is schuldig aan het eeuwig oordeel. NBG51: 2 … maar wie gelasterd heeft tegen de heilige Geest, heeft geen vergeving in eeuwigheid, maar staat schuldig aan eeuwige zonde. Ook vinden we nog andere termen die van belang zijn met betrekking tot dit onderwerp, zoals eeuw-ig vuur (Mat.18:8, 25:41). Daarover later meer. Oude Testament Wie een beetje kennis neemt van het onderwerp, komt er al snel achter dat er in de Hebreeuwse Geschriften talloze teksten zijn die spreken over ‘oordeel’. Als ik hier iets over schrijf, zal dit per definitie onvolledig zijn en dat is in dit geval echt een understatement. 10

Ter verduidelijking een opsomming van een aantal Hebreeuwse woorden die onder andere met ‘oordeel’ of ‘oordelen’ worden vertaald en het aantal keer dat ze voorkomen: H1777 diyn H1779 duwn H3198 yakach H4941 mishpat H7561 rasha 83 keer 20 keer 59 keer 424 keer 41 keer Alleen met deze woorden hebben we al 627 vermeldingen. En dit rijtje is nog niet eens volledig, want deze woorden hebben soms ook nog vervoegingen die ik niet meegenomen heb. Wie echt wil weten wat oordeel inhoudt in de Schrift – en dan alleen nog in het Oude Testament – zal deze vermeldingen moeten nagaan. Ik kan daarom hooguit een paar aanzetten geven. Iedereen zal voor zichzelf moeten be-oordelen aan de hand van de Schriften, of deze dingen zó zijn (Hand.17:11). Dat is altijd het geval bij bijbelstudie. Toch wil ik op voorhand een paar opmerkingen plaatsen. In de eerste plaats: nergens vind je in de Schrift het idee van een ‘altijddurend oordeel’. ‘Oordeel’ is altijd gericht, dat wil zeggen: het zet recht of het brengt terecht. In de klassieke ‘christelijke’ theologie kent men weliswaar een ‘altijddurende straf ’ en dus een ‘altijddurende toorn’ van God, maar in de Schrift vind je dat niet terug. 11

‘Oordeel’ heeft altijd een doel en een altijddurende straf is doelloos; het zet namelijk niets recht. Wellicht één van de meest belangrijke Schriftplaatsen in het Oude Testament die spreekt over ‘oordeel’ is: Deuteronomium 32 3 Want ik zal de Naam van YAHWEH uitroepen; geef grootheid aan onze God! 4 De rots, onberispelijk is Zijn werk, want al Zijn wegen zijn oordeel (Hebreeuws: mishpat). God van trouw, zonder onrecht; rechtvaardig en recht is Hij. Al Gods wegen Zijn oordeel of gericht. Dat wil zeggen dat al Zijn wegen recht zijn en erop gericht zijn recht te zetten of recht voort te brengen. God is liefde (1 Joh.4:8) en als God oordeelt, doet Hij dat om Zijn schepselen dáár te krijgen, waar Hij ze hebben wil. We kennen allemaal het idee van een opvoedende vader. Soms hoeft hij alleen maar iets te zeggen en het kind ziet het al in. Maar soms is er een zwaardere aanpak nodig, of moet het kind door schade en schande wijs worden. Zo handelt God, de Vader, ook met Zijn schepping. Al Zijn wegen zijn ge-richt op Zijn doel en op Zijn plannen. 12

2. De boeken van Mozes In het vorige hoofdstuk liet ik zien hoeveel woorden er alleen al in het Oude Testament zijn die met ‘oordeel’, ‘oordelen’, ‘richten’, ‘rechter’, enzovoorts, vertaald worden. In dit hoofdstuk wil ik wat van die teksten vermelden en daar kort wat commentaar bij geven. Daarbij beperk ik mij tot de eerste vijf boeken van het Oude Testament, de boeken van Mozes (= Torah). Kwaad met kwaad vergelden Wat we zullen zien, is dat Gods oordelen te maken hebben met recht doen. God doet recht, in Zijn handelen en in Zijn spreken. Wanneer God Zijn beloften vervult is dat recht. Onze ideeën over ‘recht’ zijn terug te voeren op het Romeins recht en dit vind je terug in ons taalgebruik. Zo vond ik in het woordenboek als betekenis van ‘vergelden’: kwaad met kwaad vergelden. Terwijl in de Schrift ook de gelovige vergelding ontvangt, namelijk loon (1 Kor.3:14) of eeuw-ig (= aeonisch, van het Griekse ‘aion’) leven (Rom.2:7). Overigens houdt de Schrift ons voor om “het kwade (letterlijk:) in het goede te overwinnen” (Rom.12:21). Zou God dan ánders handelen? 13

Vrouwe Justitia? ‘Oordeel’ is in het Romeins denken met betrekking tot recht: een weegschaal (zoals de, van oorsprong Romeinse, Vrouwe Justitia eveneens een weegschaal in haar hand heeft). Er heeft een overtreding of misdaad plaatsgevonden met een bepaald gewicht. Daar moet als straf iets tegenover staan, zodat de weegschaal in balans is. Wat er aan de andere kant van de weegschaal komt (de straf), is onderhevig aan interpretatie, daarom wijken de straffen in verschillende landen zo van elkaar af. Al met al is ons rechtsstelsel een slappe vervanging van hoe God rechtzet. Immers, bij een misdrijf wordt de misdadiger gestraft, maar nooit wordt daarmee werkelijk rechtgezet wat er gebeurd is. Bij een moord komt degene die vermoord is niet terug door de misdadiger te straffen. Tevens wordt bij een delict de emotionele en materiële schade nooit tenietgedaan als er een veroordeling van een misdadiger plaatsvindt. Rechtzetten Zoals met al het menselijk handelen, schiet ook ons rechtssysteem tekort. Het is slechts ‘recht’ zover ónze handen reiken en in die zin nog steeds ‘krom’. Maar wanneer God oordeelt, zet Hij dingen wérkelijk recht. 14

Deuteronomium 32 4 … al Zijn wegen zijn oordeel. God van trouw, zonder onrecht; rechtvaardig en recht is Hij. God is GOD en dat wil zeggen dat Hij de Schepper, Beschikker en Plaatser is van alle dingen. Hij zal ál het onrecht rechtzetten, om daarmee aan te tonen dat Hij werkelijk een genadig en liefdevol God is. Het on-recht dat er is heeft een plaats in Zijn plan. Niets gebeurt buiten Hem om, alles vindt plaats met een bedoeling. Begin Al in Genesis wordt gesproken over oordeel, wanneer Sodom en Gomorra verwoest worden. Daar vraagt Abraham aan God om de steden te sparen ter wille van een aantal rechtvaardigen (= gelovigen, zie Gen.15:6): Genesis 18 25 Het zij verre van U, op deze wijze te handelen, de rechtvaardige ter dood te brengen met de slechte, zodat de rechtvaardige gelijk zou zijn aan de slechte; het zij verre van U; zou de Rechter (shaphat) van de gehele aarde geen rechtvaardig oordeel (= mishpat) doen? 15

God vernietigde Sodom en Gomorra – het einde van deze steden is bekend. Dat vond Hij voor dat moment het juiste en Hij oordeelde de steden. Maar dat is slechts tijdelijk, want het wérkelijke einde van deze steden is veelal onbekend. In een profetie over Jeruzalems ontrouw, straf en herstel lezen we: Ezechiël 16 53 En Ik zal hun krijgsgevangenschap omkeren, de krijgsgevangenschap van Sodom en haar dochters, en de krijgsgevangenschap van Samaria en haar dochters; en jouw krijgsgevangenschap in hun midden zal Ik omkeren, (…) 55 En jouw zusters, Sodom en haar dochters, zullen terugkeren tot hun vroegere staat; en Samaria en haar dochters zullen terugkeren tot hun vroegere staat; en jij en jouw dochters zullen terugkeren tot jullie vroegere staat. God herstelt Sodom en andere steden, net zoals Hij Jeruzalem herstelt. Dat gaat via wegen van oordeel en straf, maar uiteindelijk zal God alles hebben rechtgezet. 16

Verordeningen en gebruiken Een wellicht wat vreemd gebruik van het woord mishpat, is als het vertaald wordt met ‘verordeningen’ of ‘gebruiken’, terwijl hetzelfde woord elders met ‘oordelen’ of ‘richten’ wordt vertaald. We vinden het woord mishpat talloze keren in de wet van Mozes. In de Statenvertaling en de NBG-vertaling, wordt het dan vertaald met ‘verordeningen’, ‘rechten’ of ‘gebruiken’ (Ex.21:1, 9, 31; 24:3; Lev.18:5, 25:18; Num.9:3, Deut.4:5,45) en zelfs met ‘ontwerp’ of ‘plan’ (Ex.26:30). Daar waar God spreekt, is dat per definitie recht. Dat wat Hij oordeelt te doen – wanneer Hij Zijn plannen, ontwerp, inzettingen, enzovoorts, bekend maakt – is ook recht. Efod Bij de efod, die behoort tot de priesterlijke kleding, lezen we: Exodus 28 15 En jij maakt een borstschild het van oordeel (mishpat), handwerk van een ontwerper. (…) 29 En Aäron draagt de namen van de zonen van Israël in het borstschild van het oordeel (mishpat) op zijn hart, 30 En jij geeft in het borstschild van het oordeel (mishpat) de Urim en de Tummim; en zij zijn op het hart van Aäron, (…) 17

En Aäron draagt het oordeel (mishpat) van de zonen van Israël voortdurend op zijn hart, voor het aangezicht van YAHWEH. Van de hogepriester, die een beeld is van de ware Hogepriester, Christus zelf (Heb.5:5-6, 6:20, 7:17, 26), lezen we dat hij een “borstschild van oordeel” draagt en hij draagt dat op het hart! Al Gods wegen zijn oordeel; Hij is een God van liefde en genade en dus oordeelt Hij met Zijn hart. Oordeel is het tegenovergestelde van onrechtvaardigheid, of het tegenovergestelde van het recht buigen: Leviticus 19 15 Jullie zullen in het oordeel (mishpat) geen onrechtvaardigheid doen; jij zal het gezicht van de arme niet opheffen en jij zal het gezicht van de grote niet eren. In rechtvaardigheid zal jij jouw metgezel rechtspreken (shaphat). Deuteronomium 16 19 Jij zult het recht (mishpat) niet buigen; jij zult het aangezicht niet kennen (…) 18

Recht verschaffen Wanneer Rachel een zoon krijgt, erkent ze dat God recht doet aan wat Hij beloofd heeft. Ze erkent hiermee God als Rechter en noemt haar zoon ‘Dan’: Genesis 30 6 En Rachel zegt: God heeft mij recht verschaft (diyn), en ook heeft Hij mijn stem gehoord en Hij geeft aan mij een zoon. Vanwege dit noemde zij zijn naam: Dan (= rechter, een vervoeging van ‘diyn’). Voorlopige conclusie Dit is slechts een tamelijk willekeurige, kleine greep uit de honderden Schriftplaatsen uit de boeken van Mozes. Nergens lezen we in de boeken van Mozes over ‘een oordeel dat altijd zou duren’ of iets dergelijks. Altijd wordt er gesproken over recht doen, richten of recht verschaffing. Degene die niet overtuigd wordt door het Woord, zal met meer teksten mogelijk ook niet overtuigd worden, maar wie wel meer teksten wil, kan die zelf nazoeken. In het volgende hoofdstuk meer over het boek Richteren en hoe Gods oordelen in de Psalmen in verband worden gebracht met vreugde. 19

3. Overige boeken OT Nu ik in het vorige hoofdstuk wat dingen met betrekking tot oordeel naar voren heb gebracht uit de boeken van Mozes, wil ik in dit hoofdstuk nog wat zaken voor het voetlicht brengen uit de andere boeken van het Oude Testament (OT). Ook hierbij beweer ik niet volledig te zijn. Verder zet ik de dingen niet systematisch uiteen, daarvoor zijn er teveel Schriftplaatsen. Ik behandel slechts een aantal plaatsen waar wordt gesproken over oordeel, die mijns inziens goed verduidelijken wat het begrip inhoudt. Richteren Er is een heel boek in de Bijbel met de titel “Rechters”, of Richteren. Het beschrijft de tijd nadat Jozua Israël in het beloofde land had gebracht (Richt. 2:6-9). Het refrein in het boek is dat het volk deed wat kwaad was in de ogen van YAHWEH (o.a. 2:11), zij dienden andere goden. God geeft daarop telkens het volk over aan hun vijanden en, wanneer dit oordeel zijn uitwerking had en het volk de naam van God weer aanriep, dan stuurde Hij een richter (shaphat), zoals Deborah (4:4), Jeftha (12:7) en Simson (15:20). Hij oordeelde Zijn volk en zette hen recht, namelijk in de juiste houding tot hun God. Ook op andere plaatsen vinden we richters. Van Eli (1 Sam.4:18) en Samuël (1 Sam.7:15) wordt ook gezegd dat zij richters waren. 21

Hier zien we eveneens dat het volk andere goden achternaliep en dat Samuël het volk terugbrengt bij de ware God. Dan staat er: 1 Samuël 7 3 Toen sprak Samuël tot heel het huis van Israël, zeggende: Indien jullie je met heel je hart tot YAHWEH bekeren, zo doet de vreemde goden uit jullie midden weg, ook de Astharoths; en richt jullie hart tot YAHWEH, en dient alleen Hem, zo zal Hij jullie uit de hand van Filistijnen ontrukken. 4 De zonen van Israël nu deden de Baäls en de Astharoths weg, en zij dienden alleen YAHWEH. (…) 6 En zij werden vergaderd te Mizpa, (…) en zeiden aldaar: Wij hebben tegen YAHWEH gezondigd. 6 (…) Alzo richtte (shaphat) Samuël de kinderen Israëls te Mizpa. Het volk had een verkeerde gerichtheid, namelijk een gerichtheid op andere ‘goden’. Samuël richt Israël door hen op God te richten. Het woord dat hier met richten is vertaald, wordt elders vertaald met oordelen. Het zijn synonieme begrippen. 22

Salomo Een geschiedenis die schitterend illustreert wat oordelen is, is die van de eerste rechtspraak van Salomo uit 1 Koningen 3:16-28. Daar komen twee vrouwen (hoeren) bij de koning. Zij hadden beiden een zoon, maar één van de vrouwen had ’s nachts op haar zoon gelegen en die was gestorven. Vervolgens had zij haar dode zoon verwisseld met de levende zoon van de andere vrouw. Salomo moet rechtspreken en bepalen van wie de levende zoon is. Dit doet hij op een magnifieke en bijzonder slimme manier. Dan staat er: 1 Koningen 3 28 En heel Israël hoorde dat oordeel (mishpat), dat de koning geoordeeld (shaphat) had, en vreesde voor het aangezicht van de koning; want zij zagen, dat de wijsheid van God in hem was, om recht (mishpat) te doen. Het oordeel van Salomo was dat hij de waarheid aan het licht bracht. Dat was recht doen. Beide vrouwen zullen dit oordeel niet hetzelfde ervaren hebben, maar wat krom was, was wel rechtgezet. Dit is niet de plaats om in te gaan op de geweldige typologische betekenis van deze geschiedenis. Eén ding moet wel gezegd worden: 23

Salomo is de zoon van David, een uitbeelding van dé Zoon van David: Jezus Christus, aan Wie al het oordeel gegeven is (Joh.5:22)! Psalmen Tot slot van dit hoofdstuk wil ik een paar verzen uit de Psalmen aanhalen. In de christelijke theologie wordt oordeel al snel in verband gebracht met ‘hel’, ‘verdoemenis’ en ‘eeuwig wel’ of ‘eeuwig wee’. Stuk voor stuk begrippen en ideeën van mensen en vreemd aan de Schrift. Het is met name in de Psalmen dat oordeel in verband wordt gebracht met vreugde en blijdschap. Nu we het begrip wat beter kennen, is dat niet vreemd; het is immers een zaak van vreugde dat God alle dingen gaat rechtzetten! Dat het op het moment zelf als pijnlijk wordt ervaren, doet daar niets aan af. De weg naar heerlijkheid loopt altijd via lijden. Psalm 67 4 De volken juichen U toe God; de volken, allen van hen juichen U toe. 5 De volken verheugen zich en juichen, omdat U de natiën oordeelt (shaphat) in rechtmatigheid; en de volken op de aarde die leidt U. Sela. 24

Psalm 96 10 Zegt onder de natiën YAHWEH regeert! Inderdaad, de wereld is gevestigd, zodat zij nooit zal wegglijden; Hij zal de volken in rechtheid berechten (diyn). 11 Laat de hemel zich verheugen, en laat de aarde uitbundig jubelen, laat de zee donderen en haar volheid, 12 laat het veld vrolijk zijn, en al wat daarop is; dan zullen alle bomen van het woud jubelen 13 voor het aangezicht van YAHWEH want Hij komt; want Hij komt om de aarde te beoordelen (shaphat); Hij zal de wereld beoordelen (shaphat) in rechtvaardigheid, en de volken met Zijn waarheid. Psalm 98 4 Juicht tot YAHWEH de gehele aarde, breekt uit in gejubel en musiceert. (…) 9 voor YAHWEH want Hij komt om de aarde te beoordelen (shaphat); Hij zal de wereld beoordelen (shaphat) in rechtvaardigheid en de volken met rechtheid. God zal de aarde en de volken oordelen en in een rechte positie tot Hem zetten. Zij zullen de waarheid kennen en erkennen. De hele schepping zal verheugd zijn en juichen over dé God! 25

4. Oordeel, totdat … Omdat oordeel en gericht een doel heeft bij God, is er altijd een totdat. Het idee van een ‘eindeloze straf ’ is dan ook volkomen vreemd aan de Schrift. Ook in onze rechtsgang kennen wij slechts tijdelijke straffen. Een straf is ten hoogste levenslang en is daarna ten einde. Dat geldt in feite ook voor de doodstraf; bij het voltrekken van het vonnis, is de straf beëindigd. Een straf die ‘altijddurend’ zou zijn, is buitenproportioneel. Daarbij dient een eindeloze straf geen enkel doel, dan hooguit de bevrediging van het sadisme van de straffer. Denken we écht zo over God? Zoals het spreekwoord zegt: kwaad worden is menselijk, kwaad blijven is duivels. Of zoals de Schrift zelf zegt: Efeze 4 26 Zijn jullie boos, zondig dan niet; laat de zon niet ondertussen ondergaan over jullie boosheid. Wij zouden niet boos blijven, houdt Gods Woord ons voor. Zou God Zelf dan wel ‘voor altijd’ toornen? 27

Totdat … Er zijn dan ook heel wat plaatsen in de Bijbel waar over ‘oordeel’, ‘de toorn van God’, enzovoorts, gesproken wordt, waarbij duidelijk wordt aangegeven dat het is totdat … Een aantal voorbeelden: Jesaja 26 20 Ga, Mijn volk, treed uw kamers binnen, sluit uw deuren achter u. Verberg u voor een klein ogenblik, totdat de gramschap over is. Jeremia 23 20 De toorn van YAHWEH zal zich niet afwenden, totdat Hij gedaan en tot Hij tot stand gebracht heeft de gedachten van Zijn hart. In de dagen hierna zullen jullie dat met verstand begrijpen. Daniël 4 32 Men zal u (= Nebukadnezar) uit de mensenwereld verstoten en u zult uw verblijf hebben bij de dieren van het veld. Men zal u gras te eten geven zoals aan de runderen, en er zullen zeven tijden over u voorbijgaan, totdat u erkent dat de Allerhoogste Heerser is over het koningschap van de mensen en dat geeft aan wie Hij wil. 28

Eeuw-ig oordeel Toen ik over dit onderwerp begon, gaf ik aan dat er in de Schrift niet zoiets bestaat als een ‘eeuwig oordeel’ in de zin van hoe dit meestal opgevat wordt, namelijk als een altijddurend oordeel. Een verhelderend gedeelte in dit verband is Jesaja 32, waar gesproken wordt over het land van mijn volk dat verlaten en verwoest zou worden. Hieronder het gedeelte (Herziene Statenvertaling): Jesaja 32 13 Op het land van mijn volk zullen dorens en distels opkomen, ja, op alle vreugdehuizen in de uitgelaten stad. 14 Want het paleis zal verlaten zijn, het stadsrumoer zal ophouden; Ofel en wachttoren zullen tot in eeuwigheid (lett: tot aan de aeon) als grotten zijn, een vreugde voor wilde ezels, een weide voor kudden. 15 Totdat over ons uitgegoten wordt de Geest uit de hoogte. (…) 16 Het recht (mishpat) zal wonen in de woestijn en de gerechtigheid zal verblijven op het vruchtbare veld. In vers 14 en 15 staat in deze vertaling (en iets soortgelijks zeggen bijvoorbeeld ook de Statenvertaling en NBG-vertaling) dat deze situatie zou duren “tot in eeuwigheid, totdat …”. Hoezo ’totdat’, als eeuwigheid een eindeloze periode zou zijn? 29

Letterlijk staat er in vers 14: “tot aan de aeon (Hebreeuws: olam)”. Het land van het volk zou in deze aeon “dorens en distels voortbrengen” en de troon van David zou leeg zijn. Tot aan de (toekomende) aeon, het toekomende tijdperk waarin de Messias Zijn Koninkrijk zal gaan vestigen en Zijn geest zal gaan uitstorten op alle vlees (vgl. Joël 2:28). Een “eeuw-ige straf ” of oordeel is dan ook een straf voor de duur van een tijd(perk). Het duurt zolang de aeon (Hebreeuws: olam, Grieks: aion) duurt. 30

5. Nieuwe Testament Met de Hebreeuwse boeken (het Oude Testament) hebben we het overgrote deel van de Schrift onderzocht op dit onderwerp. Hierin is geen spoor te ontdekken van ‘een altijddurend oordeel’, zoals dit in de christelijke theologie alom geleerd wordt. Integendeel: wanneer God oordeelt, zet Hij recht en brengt Hij terecht. Dit kunnen pijnlijke ingrepen zijn, maar het is altijd gericht op het welzijn van degene die het ondergaat. Zoals een arts pijnlijke ingrepen doet, maar ze zijn altijd toegelegd op de gezondheid en het herstel van de patiënt. Overzicht Ook het Grieks waarin het Nieuwe Testament (NT) is geschreven, kent een aantal woorden die vertaald zijn met oordeel, gericht, rechter, enzovoorts. G2917 krima G2919 krino G2920 krisis G2921 krispos G2922 kriterion G2923 krites G2924 kritikos 27 keer 114 keer 47 keer 2 keer 3 keer 19 keer 1 keer Dit zijn heel wat minder voorkomens dan in het Oude Testament, maar nog altijd 213 teksten. 31

Ook hiervoor is van toepassing dat het ondoenlijk is om dit in enkele hoofdstukken systematisch en volledig uiteen te zetten. Met betrekking tot het NT geldt eveneens, dat ik een aantal Schriftplaatsen voor het voetlicht wil brengen, zonder daarmee de intentie te hebben om volledig te zijn. Waarheid Het begrip oordelen heeft in de Bijbel een brede betekenis. De genoemde Griekse woorden, worden vertaald met: ‘oordelen’, ‘veroordelen’, ‘beslissen’, ‘aanklagen’, ‘rechten’, ‘beoordelen’, ‘rechtbanken’, ‘rechter’, enzovoorts. Eén ding hebben al deze begrippen gemeen: het is altijd gericht op het aan het licht brengen van de waarheid. 1 Korinthe 4 5 Zodat: oordeel (krino) niet iets vóór de bestemde tijd, totdat de Heer komt, die ook de verborgen dingen van de duisternis aan het licht zal brengen, en die de raadslagen van de harten openbaar zal maken. En dán zal de lof van God aan een ieder komen. Deze wereld is in duisternis, de ‘nacht’. Wanneer “de dag” (van Christus, 1:8) aanbreekt (vgl.3:13), wordt alles openbaar. De waarheid komt aan het licht. 32

De onbekende God In Handelingen 17 spreekt Paulus de Atheners aan. De stad was vol afgodsbeelden en tussen al die beelden stond een voetstuk met het opschrift: “aan een onbekende God”. Paulus verkondigde hen de Ene God, die zij niet kenden. Aan het einde van zijn toespraak roept hij op tot bezinning: Handelingen 17 30 God geeft, dan, met voorbijzien van de tijden van onwetendheid, nu opdracht aan alle mensen, overal, zich te bezinnen, 31 omdat Hij een dag stelt, waarop Hij de wereld in rechtvaardigheid zal oordelen (krino) door een man, die Hij bepaalt, – geloof verschaffende aan allen – , en Hem doet opstaan uit de doden. God zal de wereld in rechtvaardigheid oordelen. Hij zet recht en doet recht aan Zijn Woord. Elk mens zal de waarheid kennen en erkennen. Er staat dan ook: “geloof verschaffende aan allen”. Dat vind je in de gangbare vertalingen niet terug. Daar spreekt men van ‘betrouwbaarheid verschaffen’ of ‘zekerheid geven’. Daarmee heeft men het verzwakt, want er staat het woord pistin dat geloof betekent. 33

Maar ook al is het niet correct vertaald, toch klinkt in deze vertalingen wel door hoe het ís. God kan immers pas bewijzen betrouwbaar te zijn aan allen en aan allen zekerheid te geven, door hen tot erkenning en geloof in Hem te brengen. Oordeel is Evangelie Eén van de teksten in de Schrift die het meest haaks staat op wat er meestal geleerd wordt over Gods oordeel, vinden we in de Romeinen-brief. Paulus geeft daar een uiteenzetting over oordeel, namelijk dat God een ieder zal vergelden (= betalen) naar zijn werken (2:6). En dan zegt hij aan het einde van zijn uiteenzetting: Romeinen 2 16 … in de dag dat God de verborgen dingen van de mensen zal oordelen (krino), in overeenstemming met mijn Evangelie, door Jezus Christus. Paulus spreekt over Gods oordeel en noemt dit Evangelie (= Goed Bericht). Hoe kan dat? Dat is omdat God met Zijn oordeel het welzijn van Zijn schepselen op het oog heeft. 34

Dat wat krom is zal gericht worden en rechtgezet en dat wat verloren was, zal terecht komen bij de Eigenaar en Schepper. Dat is met recht een Goed Bericht! God geeft al het oordeel aan de Zoon: Johannes 5 22 Want ook de Vader oordeelt (krino) niemand, maar Hij heeft de gehele beoordeling (krisis) aan de Zoon gegeven. Het is de Zoon – die God gaf uit liefde voor de wereld (Joh.3:16) – aan Wie Hij het oordeel heeft gegeven. De mens Christus Jezus, die zichzelf geeft tot een losprijs voor allen (1 Tim.2:6). Hij heeft dan ook allen op het oog. Romeinen 11 33 O, de diepte van de rijkdom, en van de wijsheid, en van de kennis van God! Hoe ondoorzoekelijk zijn Zijn oordelen (krima), en hoe onnaspeurlijk zijn Zijn wegen! 34 Want: wie kende het denken van de Heer? Of: wie werd Zijn adviseur? 35 Of: wie geeft eerst aan Hem, en het zal aan hem terugbetaald worden? 36 Want uit Hem en door Hem en tot Hem zijn alle dingen (letterlijk: het al), aan Hem zij de heerlijkheid tot in de aeonen! Amen! 35

6. Die een ieder zal vergelden naar zijn werken In Romeinen 2, en ook op andere plaatsen, spreekt de Schrift ervan dat God “een ieder zal vergelden naar zijn werken”. Vergelden heeft bij ons een negatieve ondertoon, maar het kan net zo goed positief zijn. De gelovige ontvangt namelijk vergelding in de vorm van beloning (2 Kor.5:10). Het woord vergelden in Romeinen 2:6, wordt op andere plaatsen vertaald met teruggeven of betalen en dan heeft het een neutrale, of zelfs positieve betekenis (bijvoorbeeld in Mat.6:18, 22:21). In het gedeelte van Romeinen 2 wordt gesproken over “het oordeel van God” (:2) en “de onthulling van het rechtvaardig oordeel van God” (:5). Aeonisch leven God zal een ieder “vergelden” naar zijn werken, dat wil zeggen: ongelovigen worden geoordeeld en gelovigen worden beoordeeld. Hierbij wordt de mensheid opgesplitst in twee groepen. De eerste: Romeinen 2 7 … aan hen, die, in het verduren van goede werken, heerlijkheid, eer en onvergankelijkheid zoeken: het aeonische leven. De eerste groep bestaat uit degenen die het Evangelie geloven (1:17). 37

Zij ontvangen “aeonisch leven” (in andere vertalingen wordt dit ‘het eeuwige leven’ genoemd). Dat is het leven van de toekomende eeuw (aeon = tijdperk, zie bijv. Luc.18:30). De tweede groep ontvangt dit leven niet. Van hen wordt gezegd: Romeinen 2 8 Maar aan hen, die uit eigenbelang, ongehoorzaam zijn aan de waarheid, en overtuigd worden tot de onrechtvaardigheid: boosheid en woede 9 verdrukking en benauwdheid zal komen op iedere ziel van een mens die het kwade bewerkt, eerst de Jood en ook de Griek. Zij zijn “ongehoorzaam aan de waarheid” en “overtuigd tot (of: gehoorzaam aan) de onrechtvaardigheid”. Beiden zijn synoniemen voor ongeloof. Ongelovigen ontvangen geen aeonisch leven. Zij maken de toekomende aeon niet mee, maar delen in “het aeonische gevolg van de zonde”, zoals het letterlijk staat in Marcus 3:29. Deze twee groepen vinden we vaker naast elkaar: Mattheus 25 46 En dezen zullen heengaan, in de aeonische tuchtiging (of: straf), maar de rechtvaardigen in het aeonische leven. 38

Opvoeding Degenen die geen aeonisch leven ontvangen in de toekomende aeon, zullen in dat tijdperk niet leven. Dit is tot tuchtiging of straf (= opvoeding). Nogmaals: dit is een pijnlijk proces voor degene die het ondergaat, maar het is ten goede. God heeft al Zijn schepselen op het oog. Met een ‘eeuwige verdoemenis’ of met een ‘hel’, zoals dat over het algemeen geleerd wordt, heeft het niets te maken. Dat kent de Schrift niet. 2 Thessalonicenzen 1 9 … die gerechtigheid zullen incasseren van aionisch verderf, weg van het aangezicht van de Heer en van de heerlijkheid van Zijn sterkte. Waarheid De ongelovige wordt geoordeeld. Zij zullen geconfronteerd worden met de waarheid en dat zal verdrukking en benauwdheid bewerken (Rom.2:9). Gedurende de toekomende aeon(en) zullen zij in de (tweede) dood zijn. Daar spreek ook het bekende (en beruchte) oordeel bij de grote witte troon van. 39

Openbaring 20 11 En ik zag een grote witte troon, en Hem die daarop zit (…) 12 En ik zag de doden, klein en groot, voor God staan. En de boeken werden geopend (…) En de doden werden geoordeeld (krino) naar wat in de boeken geschreven stond, naar hun werken. 13 En de zee gaf de doden die in haar waren. Ook de dood en het dodenrijk gaven de doden die in hen waren, en zij werden geoordeeld (krino), ieder naar hun werken. 14 En de dood en het dodenrijk werden in het meer van het vuur geworpen. Dit is de tweede dood. 15 En als iemand niet bleek ingeschreven te zijn in het boek des levens, werd hij in het meer van het vuur geworpen. De dood teniet gedaan Zij die veroordeeld worden voor de grote witte troon, komen terecht in het meer van het vuur, dát is: de tweede dood. Pas aan het einde van de aeonen zal de laatste vijand, de dood, teniet worden gedaan. Dan zal de dood buiten werking zijn gesteld en leven en onvergankelijkheid aan het licht gebracht zijn voor elk schepsel (2 Tim.1:10). Állen zullen leven in onvergankelijkheid! 40

1 Korinthe 15 22 want net zoals in Adam, allen sterven, zó zullen ook in Christus, allen levend gemaakt worden. (…) 26 De laatste vijand, de dood, wordt buiten werking gesteld, 27 want Hij onderschikt alles onder Zijn voeten. Maar wanneer Hij zegt, dat alles onderschikt is, is het duidelijk dat het uitgezonderd Hem is, die alles aan Hem onderschikt. 28 En wanneer alles aan Hem onderschikt zal worden, dán zal ook de Zoon zèlf onderschikt worden aan Hem, die alles aan Hem onderschikt, opdat God zal zijn: alles in allen. 41

Meer weten over dit onderwerp? Beluister of download de studie: Eeuw of eeuwigheid? De grondtalen waarin de Bijbel geschreven is, kennen twee woorden die met elkaar overeenkomen. Het is het Hebreeuwse woord olam en het Griekse woord aion. Deze woorden worden in onze bijbelvertalingen met veel verschillende Nederlandse vertaalwoorden weergegeven, vaak zelfs met tegenovergestelde begrippen. Juist bij de vertaling van dit begrip staat nogal wat op het spel. Want het maakt in alle gevallen waar de woorden voorkomen, veel verschil of het een eeuwigheid betreft – dat wil zeggen: een duur zonder begin en zonder einde – of dat het spreekt van een ‘eeuw’, namelijk: een tijdperk. In deze studie leggen we deze begrippen onder de loep en wordt aangegeven hoe dit ene begrip consequent met hetzelfde vertaalwoord kan worden weergegeven. Zie: http://gezondewoorden.nl/studies/eeuw-of-eeuwigheid/ Zie ook: http://gezondewoorden.nl/category/hel/ 43

Gezonde Woorden Woorden van mensen, hoe vroom ze ook klinken, zijn woorden van menselijke wijsheid en krachteloos. 1Kor.2:4 Het Woord van God daarentegen is levend en krachtig en daarom roept de Schrift ons ook op om gezonde woorden te gebruiken. Heb.4:12; 2Tim.1:13 Zijn woorden vormen de gezonde leer die ons gezond maakt in het geloof. Tit.2:1-2 gezondewoorden.nl Bron: Bron: Oudijn, G. (2019). Oordeel en gericht. GezondeWoorden, http://gezondewoorden.nl/category/oordeel-en-gericht/ In samenwerking met: Stichting Evangelie Om Niet Het Evangelie spreekt van de ene GOD, Die OM NIET alle mensen redt, verzoent, levend maakt en rechtvaardigt! Gratis online boeken lezen, delen en downloaden (publicaties ook als uitgave op papier verkrijgbaar) evangelieomniet.nl 45

1 Online Touch

Index

  1. 1
  2. 2
  3. 3
  4. 4
  5. 5
  6. 6
  7. 7
  8. 8
  9. 9
  10. 10
  11. 11
  12. 12
  13. 13
  14. 14
  15. 15
  16. 16
  17. 17
  18. 18
  19. 19
  20. 20
  21. 21
  22. 22
  23. 23
  24. 24
  25. 25
  26. 26
  27. 27
  28. 28
  29. 29
  30. 30
  31. 31
  32. 32
  33. 33
  34. 34
  35. 35
  36. 36
  37. 37
  38. 38
Home


You need flash player to view this online publication