33

het toneel verdwijnen, dan is dat niet verschrikkelijk. Individuen gaan daardoor niet voor God verloren, ook al lijden en sterven ze, omdat ze bijvoorbeeld door oorlogen of oordeel worden weggevaagd. In het geval van de nakomelingen van Esau herkennen wij echter zelfs Gods liefde en Zijn edelmoedigheid voor hen. Ja, de Edomieten konden, als ze zich bij het volk Israël zouden voegen, in de derde generatie als volwaardige leden in het volk Israël worden opgenomen. (In tegenstelling overigens tot de Ammonieten en de Moabieten.) Dit was zo in de wet geregeld, omdat zij nakomelingen van Israëls broer Esau waren Deut.23:7,8. Ook gaf God aan de Edomieten het gebergte Seïr als bezit. Zij verdreven en versloegen de Horieten, die dit gebied bewoond hadden. Net zoals Israël dat deed met het land dat zij als bezit van Jahweh kregen Deut.2:12. Het was in feite Jahweh, Die dit voor de zonen van Esau deed Deut.2:22! Dit had dan ook tot gevolg, dat God Israël bij de inneming van het land belette het gebied van de zonen van Esau voor zichzelf in te nemen. Zij moesten zelfs op hun hoede zijn om niet in een strijd met de Edomieten verwikkeld te raken, want God nam dit volk, dat bevreesd was, in bescherming Deut.2:4,5. Haat en liefde God toont Zijn liefde en Zijn haat, maar Hij is liefde 1Joh.4:8,16 en geen haat. God heeft ook lief als Hij haat, en de openbaring van Zijn haat dient Zijn goddelijke, grote liefde en is daaraan ondergeschikt. 34

34 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication