8

Het werd meer concreet toen de Heer op aarde wandelde: Johannes de doper begint met de verkondiging van het evangelie van het nabijgekomen koninkrijk van God Matth.3:1,2. Ook de Heer Jezus verkondigde dit evangelie van het koninkrijk aan allen, die Hem konden horen Matth.4:23; Luc.4:43;8:1. Aan Zijn discipelen, dus ook Petrus, gaf de Heer de opdracht tot verkondiging van het evangelie Luc.9:1-6. Israël wordt voortdurend én uitsluitend aangesproken Matth.10:2-8. De Heer richtte Zich tijdens Zijn bediening op aarde alleen tot het volk Israël Matth.15:24-28. Ook ging Hij in Zijn bediening niet over de landsgrenzen van Israël heen. Maar de loop van de geschiedenis leek dit evangelie zinloos te maken. De verkondiging van het koninkrijk door de Heer mislukte ogenschijnlijk. De beloofde Messias en Koning kwam wel, maar Hij werd door de mensen niet herkend en bovendien gekruisigd. Maar in werkelijkheid was het Gods bedoeling, dat de deur voor het komende koninkrijk dicht zou slaan. De Heer sprak steeds vaker in gelijkenissen, opdat de menigte luisteraars Hem niet zou begrijpen Matth.13:10-13. Alleen aan de discipelen legde de Heer uit wat de geheimen van het koninkrijk betekenden Matth.13:16,17; Hand.1:3. Uiteindelijk vertrouwt Hij aan Petrus het evangelie toe, en die ontvangt de sleutels van het koninkrijk, nadat hij betuigd heeft, dat Jezus de Christus is, de Zoon van de levende God Matth.16:13-20. En dan gebeurt het ongelooflijke, dat Gods Woord al lang van tevoren had aangekondigd. De Messias gaat de weg naar het met vloek beladen kruis op Golgotha, de Redder sterft. Niemand herkent in de bloedende en zo zwaar lijdende Mens de Christus, de Zoon van de levende 9

9 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication