laten wij het kwade doen, opdat het goede daaruit voortkomt Rom.3:8 Zo wordt er ook aan verbonden, dat men dan vrij van morele verantwoordelijkheid is, wat tot goddeloos leven kan leiden. Maar wij verwerpen de genade niet, omdat sommigen haar misbruiken. Net zomin zouden wij deze leer moeten beoordelen naar de uitwerking, die ze heeft op diegenen, die alleen de vorm, maar niet de kracht ervan kennen. Genade verleidt niet tot zonde, en net zomin bevordert de erkenning van de onbeperkte goddelijkheid van God de wetteloosheid. Gelovigen, die proberen hun zonde als een blind noodlot te verontschuldigen, zouden moeten bedenken, wat de apostel Paulus zei: want wij moeten allen voor het erepodium20 van Christus openbaar worden, opdat ieder vergelding ontvangt voor wat hij door het lichaam gedaan heeft, hetzij goed, hetzij slecht 2Kor.5:10 Hij zegt weliswaar niet, dat de heiligen misschien wel een groot verlies kunnen lijden, omdat zij bijvoorbeeld medemensen pijn gedaan hebben. Maar het zou voor allen duidelijk moeten zijn, dat wij mogelijk een mate van beloning te verliezen hebben. Waarom? Omdat wij hier achteloos waren in onze wandel, God niet verheerlijkten. 20 Grieks: bèma, podium, plek in Paulus’ dagen voor rechtspraak en officiële toespraken. Vaak als ‘rechterstoel’ vertaald. De gelovige kan bij de bèma van Christus niet veroordeeld worden. 25
25 Online Touch Home