Paulus spreekt ons daarom steeds aan de Heer welgevallig te wandelen. Er bestaat niet de minste reden voor nalatige wandel. Ons verlangen om God vreugde te geven, wordt juist versterkt in plaats van verzwakt. Want wij beseffen, dat Hij niets aan toeval overliet. Zodat zelfs onze misstappen, hoezeer wij daar persoonlijk ook berouw over hebben, in Zijn grote liefdesplan mee besloten waren. Niet de mens zoekt God – God zoekt, ja ieder! Niet de mens, maar God beslist. En omdat wij onszelf niet kunnen verlossen uit ons zondaar-zijn, heeft God in Zijn grote, vaderlijke barmhartigheid voorzien in ingrijpen. En Hij greep in, Hij heeft ons lief. Zijn Zoon, in overeenstemming met de Vader, is gekomen en werd de Middelaar. Hij bewerkte verzoening voor ons. De hele schepping wacht op de vrijkoping uit de slavernij van het verderf Rom.8:20,21. Want God heeft definitief de wereld – alle mensen – met Zich verzoend 2Kor.5:19. Geloof dat en dank Hem daarvoor! De huiveringwekkende leer van Calvijn van de eeuwige pijn in ‘de hel’ van onboetvaardige zondaren vergoddelijkt satan en maakt van God Zelf een onbegrijpelijk monster. Wij zouden inzien, dat zonde en dood deel van de goddelijke wegen zijn. En dus niet het einddoel. En dat alles nodig is voor de volledige openbaring van Zijn hart. En om die reden noodzakelijk voor de grootste zegen voor de schepping. Als wij dat inzien, hebben wij een einde voor ogen, dat niet direct aan het begin de onttroning van God eist. Wij hoeven niet een tweede God te fabriceren op wie we de schuld kunnen afwentelen. Kort gezegd: wij hebben een werkelijk waarachtige God! 26
26 Online Touch Home