133

Onze vertalers hebben op honderden plaatsen de aorist vervangen door de onvoltooid verleden tijd of door de voltooid tegenwoordige tijd. En ik kan u zeggen, wanneer u ooit in de Schriften de aorist ontdekt, dat u dan een heel andere bijbel krijgt. Voor de pauze heb ik u verteld dat ik naar Amerika ging. Ik zocht een broeder op in Amerika, wegens een copyrightkwestie. Ik had die broeder nog nooit ontmoet. Ik had hem nog nooit gesproken. Ik had hem nog nooit geschreven. Ik had alleen zijn vermoedelijke adres. En toen ging ik naar Amerika. En ik logeerde daar bij een andere broeder, zo’n duizend kilometer verderop. En die broeder belde op naar die broeder van het copyright, om te zeggen dat ik eraan kwam. Ik huurde een auto en ik reed duizend kilometer naar hem toe. En daar hadden we ons eerste contact, op het erf van zijn huis, ergens in een verlaten landstreek. Ik hoorde in de verte de coyotes huilen. En het geratel van ratelslangen in het lange gras. Hoe dan ook, we stonden op het grind. Ik stelde mij voor en hij stelde zich voor. Ik vertelde waarvoor ik kwam. En hij bekeek mij argwanend. Wat ik in zijn plaats ook gedaan zou hebben. Want mijn broeder wordt voortdurend lastig gevallen door lieden, die iets van hem of van zijn organisatie willen hebben. En toen wij elkaar zo’n tien minuten besnuffeld hadden, begon hij opeens te stralen. En hij zei tegen mij: ‘Broeder, ken jij Johannes 3:36?’ Ik zei: ‘Natuurlijk … natuurlijk …’ “Wie in de Zoon gelooft, heeft eeuwig leven; doch wie aan de Zoon ongehoorzaam is, zal het leven niet zien, maar de toorn Gods blijft op hem.” 139

134 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication