181

Mozes wordt in Psalm 90 een “man van God” genoemd. Maar Mozes gaat niet het beloofde land binnen. Laat dit even tot u doordringen … Mozes, een man ‘vol van God’, die onvoorstelbare dingen voor God gedaan heeft, trekt niet het beloofde land binnen. Maar de meest eenvoudige Israëliet, diens kleine kinderen en de vreemdelingen, zij gaan wel het beloofde land binnen. Wat hebben die eenvoudige Israëliet, die kleine kinderen of die vreemdelingen voor God gedaan? Vermoedelijk niets. In ieder geval niet iets wat ook maar in de verste verte vergelijkbaar zou zijn met wat Mozes voor God gedaan heeft. Maar toch gaat Mozes het beloofde land niet binnen. Al is hij een “man van God”. Romeinen 9:14-16. “Wat zullen wij dan zeggen? Er is toch geen onrechtvaardigheid bij God? Moge het toch niet worden! [NBG: Volstrekt niet!] Want Hij zegt tot Mozes: ‘Ik zal Mij ontfermen, over wie Ik Mij ook maar zal ontfermen, en Ik zal medelijden hebben, met wie Ik ook maar medelijden zal hebben.’ Het hangt er dus niet vanaf of iemand wil, of dat iemand rent, maar van God, die zich ontfermt.” Mozes begreep dat. En hij accepteerde dat. Hij stierf op de berg Nebo. Zonder het beloofde verkregen te hebben. Laten we teruggaan naar onze rabbijn. Daar staat hij – bij de Klaagmuur in Jeruzalem. Met zijn lange zwarte pandjesjas, zijn zwarte broek, zijn lompe, zwarte schoenen en zijn zwarte hoed. Met zijn lange baard, waarmee hij de scheppingsorde van God voor de man erkent. En een bril op, met sterke glazen, vanwege het lezen van al die kleine lettertjes van de Schriften. Hij heeft de Tenach, de Hebreeuwse Bijbel, in zijn handen. 188

182 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication