187

Aan het eind van het boek Handelingen gaat de deur voor Israël dicht. Kort daarna, in het jaar 70, werd de tempel in Jeruzalem verwoest. Ik neem aan dat u van dat onderwerp op de hoogte bent. Misschien ook wel van Hosea 6:1-2. “… Hij heeft geslagen, en zal ons verbinden. Hij zal ons na twee dagen doen herleven …” Dat doet ons denken aan de tweede brief van Petrus. “Doch dit ene mag u niet ontgaan, geliefden, dat één dag bij de Here is als duizend jaar en duizend jaar als één dag.” Israël wordt nu al twee dagen door God geslagen. Om het maar even simpel te zeggen: na de verwoesting van de tempel in het jaar 70 wordt Israël nu al bijna tweeduizend jaar door God geslagen. Daar gebruikt God natuurlijk mensen voor. En nu wil ik verschrikkelijk graag dat u het volgende begrijpt. Israël daalde in die tweeduizend jaar af van Jeruzalem naar Jericho. En viel in de handen van rovers. Na de pauze laat ik u zien, wie die rovers zijn. Die rovers schudden hem niet alleen uit. Maar gaven hem ook slagen en lieten hem halfdood liggen. Nu komen wij voorbij en wij zien de rabbijn liggen. Paulus heeft ons verteld dat hij daar ligt vanwege ons. Die rabbijn is een vijand van het evangelie. God sluit hem op onder ongehoorzaamheid, opdat wij ontferming zouden vinden. O, nu krijgen wij een groot mededogen met de man die daar ligt … Hij wordt toch maar geslagen vanwege ons. Ons hele hart gaat naar hem uit … Dacht u dat? Weet u wat wij doen? Wij gaan aan de overkant voorbij. 194

188 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication