189

Pauze Voor de pauze heb ik gesproken over dat de afgevaardigde Paulus ons uit de Schriften laat zien dat God aan Israël een geest van diepe slaap heeft gegeven, ogen om niet te zien en oren om niet te horen. En dat door Israëls ongehoorzaamheid aan ons, de heidenen, de natiën, de goyim, de niet-Joden dus, ontferming is bewezen. En dan komt als vanzelf de vraag: ‘Wat is dan nog het voorrecht van de Jood, of het nut van de besnijdenis?’ De afgevaardigde Paulus zegt dan in Romeinen 3: “Velerlei in elk opzicht. In de eerste plaats [toch] dit, dat hun de woorden Gods zijn toevertrouwd.” Dit is een buitengewoon belangrijke uitspraak. Aan hen – de Joden – werden de woorden van God toevertrouwd. Wat betekent dat: toevertrouwen? Het Woordenboek der Nederlandse Taal verklaart: 1. aan iemand in vertrouwen iets in bewaring geven of opdragen; 2. iemand in vertrouwen iets mededelen. Je zou samenvattend kunnen zeggen: de woorden van God werden aan Israël in vertrouwen medegedeeld en in vertrouwen aan hen in bewaring gegeven. Dus niet alleen werden de woorden van God aan de Joden medegedeeld. Nee, ze moesten er ook goed op passen. De bijbel is een Joods boek. Veel mensen realiseren zich dat niet. Maar in Romeinen 3:2 staat het: ‘aan hén werden de woorden van God toevertrouwd.’ Bovendien moesten ze er goed op passen. Je kunt alleen goed op de woorden van God passen als je ze op een boekrol schrijft. En dat je daarna die verschillende boekrollen gaat bundelen. 196

190 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication