202

De impressie, die je in deze kippenvel-achtige scène krijgt, is dit: wat moet dat zwaard ongelooflijk scherp zijn. Onmenselijk scherp. En wat had die zangeres dodelijke schade kunnen aanrichten. Onwetend, ja, dat wel, maar dodelijke schade … In de film neemt de bodyguard rustig het zwaard uit de handen van de zangeres en doet het wapen weer in de schede. Einde scène. En wat zegt Hebreeën 4:12? “… het woord Gods is levend en krachtig en scherper dan enig tweesnijdend zwaard.” Dus ook scherper dan het samoerai zwaard. En dit zwaard, Gods Woord, heeft onze broeder Ouweneel getrokken en op de keel van besmette (zo noemt hij dat: ‘besmette’) medechristenen gezet. Christenen, zo zegt broeder Ouweneel eerlijk, die overigens wel als bijbelgetrouw bekend staan. We zien de grote bedreiging, die van de alverzoeningsleer voor gelovigen uitgaat, zegt hij. En daarom voelt hij zich geroepen om zich met deze dwaalleer bezig te houden. En dat vindt hij bepaald geen pretje. Wij prijzen dan ook de bezorgdheid en de moed van deze broeder, dat hij deze materie energiek te lijf gaat. In zijn ijver trekt hij het zwaard, het Woord van God. En dat is niet niks. Ik zeg het nóg een keer: Dat is niet niks … Want hoe scherp is Gods Woord? Hoe diep gaat het? “… en het dringt door, zó diep, dat het vaneenscheidt ziel en geest, gewrichten en merg, en het schift overleggingen en gedachten des harten …” Wij willen onze broeder Ouweneel daarom laten zien hoe gemakkelijk hij met dat scherpe zwaard zijn medechristenen, en zichzelf, kan verwonden. Wij zullen daartoe de bedekking – de bijbelvertaling – die op het Woord van God ligt, als een ragfijn sjaaltje afnemen, en die over 210

203 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication