210

(wellicht ook, zegt broeder Ouweneel): Handelingen 15:18 “gnōsta ap aiōnos” Johannes 9:32 “ek tou aiōnos ouk ēkousthē” ‘welke bekend zijn van eeuwigheid’ ‘van eeuwigheid is het niet gehoord’ Ik wijs u even op een merkwaardige verschil in de vertaling. U ziet de uitdrukking: “ap aiōnos”, in Lukas 1:70 en Handelingen 3:21 vertaald met: ‘van oudsher’. In Handelingen 15:18 wordt dezelfde Griekse uitdrukking “ap aiōnos” gebruikt, maar hier wordt het vertaald met ‘van eeuwigheid’. En in Johannes 9:32 wordt “ek tou aiōnos” ook vertaald met: ‘van eeuwigheid’. U ziet het, de bijbelvertalers vonden de uitdrukking “ap aiōnos” lastig te vertalen. Vandaar dat broeder Ouweneel de opmerking maakt: ‘wellicht ook’. Dan zegt broeder Ouweneel: ‘Maar even duidelijk is het, dat het woord “aiōn” zeer dikwijls doelt op de eindeloze eeuwigheid, zowel het beginloze verleden, als ook de eindeloze toekomst.’ Kijken we eerst naar het beginloze verleden. 1 Korintiërs 2:7 “pro tōn aiōnōn” Efeziërs 3:11 “prothesin tōn aiōnōn” Judas 25 “pro pantos tou aiōnos” ‘van eeuwigheid’, [letterlijk: “vóór de eeuwen”] ‘het eeuwige voornemen’ [letterlijk: “voornemen van de eeuwen”] ‘vóór alle eeuwigheid [letterlijk: “vóór gehele de eeuw”] Kijkt u even hoe de NBG-vertaling worstelt met het Grieks. 218

211 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication