222

Dan is dat leven dus niet ‘eeuwig’. Want ‘eeuwig’ heeft geen begin en geen einde. Nu het woord ‘eeuwigheid’. Volgens het woordenboek Koenen betekent ‘eeuwigheid’: duur zonder aanvang of einde. In Openbaring 22:5 staat: “… zij zullen als koningen heersen tot in alle eeuwigheden.” Maar wanneer begint dat heersen? Dat begint met de ‘eerste opstanding’. U kunt dat lezen in Openbaring 20:4, 6. Daar begint het. Dat heersen is dus niet tot in ‘eeuwigheid’. Want een eeuwigheid heeft geen aanvang en geen einde. In Openbaring 20:7-10 wordt beschreven wanneer de pijniging begint. Na het duizendjarige rijk. Er is dus geen pijniging in ‘alle eeuwigheden’. Want een ‘eeuwigheid’ heeft geen aanvang en geen einde. Dan hebben we nog Openbaring 1:18, waar Christus zegt: “… en Ik ben dood geweest, en zie, Ik ben levend tot in alle eeuwigheden …” Maar bij zijn opstanding begon zijn nieuwe leven. Christus heeft dus geen ‘eeuwig’ leven. Want een ‘eeuwig’ leven heeft geen begin en geen einde. Het is dus duidelijk dat een uitdrukking als: ‘tot in eeuwigheid’ helemaal niet mogelijk is. Een ‘eeuwigheid’ heeft namelijk geen aanvang en geen einde. ‘Tot in eeuwigheid’ is een holle frase. Maar nu komen we er. Eindelijk, zeg ik, eindelijk. Het sjaaltje, de bijbelvertaling, gaat nu in twee delen naar de grond. Onbruikbaar, verder. 230

223 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication