24

2. Prijs God God is GOD. Zijn koningschap heerst over alles. De volken zijn geacht als een druppel aan een emmer. En als een stofje aan een weegschaal. En Hij zegt: ‘Wie bent u dan, dat u zich met Mij wilt vergelijken? Ik- Ik ben de HERE, en er is geen ander. Er is geen God buiten Mij. Ik formeer het licht en Ik schep de duisternis. Ik bewerk het heil en Ik schep het onheil. Ik, de HERE, doe dit alles.’ God is GOD. Hij regeert. Vanaf zijn troon. Ik wil met u meegaan naar die troon. Die troon wordt vermeld in Openbaring 4. En ik wil met u luisteren naar de vierentwintig oudsten. Die zich voor Gods troon bevinden. De vierentwintig oudsten werpen hun kronen voor de troon. En zij vallen in aanbidding voor God neer. En zij verheerlijken God. Zij zeggen: “Gij, onze Here en God, zijt waardig te ontvangen de heerlijkheid, de eer en de macht …” Waarom? “… want Gij hebt alles geschapen, en om Uw wil was het en werd het geschapen.” Hoe vaak verheerlijkt ú God? Ik ken een broeder, die in Psalm 119 gelezen had: “Zevenmaal daags loof ik U om Uw rechtvaardige verordeningen.” Daarna maakte die broeder er een gewoonte van om minstens zeven maal per dag God te verheerlijken. 27

25 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication