274

Je hoorde, bij wijze van spreken, de ingehouden adem van deze broederraad, vanwege de ‘heiligheidschennis’, dat ik deze autoriteit durfde tegen te spreken. De betreffende pastor werd steeds bozer. Dat zo’n blaaskaak uit Nederland hem niet serieus nam. Op het laatst zei hij tegen mij dat ik zijn bediening smaadde. En die bediening, zo zei hij, had hij van de Heilige Geest gekregen. Ik zondigde dus tegen de Heilige Geest. Wat ik, trouwens, helemaal niet deed. Ik haalde alleen de Schriften aan. Maar deze pastor was gewoon woedend omdat ik zijn leergezag niet accepteerde. En toen sprak deze zeer vooraanstaande broeder een vervloeking uit. Hij zei: ‘Als jij je niet bekeert, is er geen vergeving voor jou in eeuwigheid.’ Die slag onder de gordel zag ik niet aankomen. Ik ging dan ook knock-out. Toen ik weer bijkwam, keek ik in mijn Griekse Bijbel. En daarin stond dat ik “geen vergeving had tot in de aeon”. Ik haalde opgelucht adem. Gelukkig maar. Niet eeuwig. Maar tot in de aeon. Dus tijdelijk. Er kwam een einde aan … Nu kan ik er om lachen. Waarom? Nou, omdat deze vervloeking in Marcus 3:29 staat. En Marcus is het evangelie van de besnijdenis. En het evangelie van de besnijdenis is voor Israël. Niet voor mij bestemd, dus. Deze broeder had geen idee wat hij tegen mij zei. Deze broeder geloofde in iets wat niet voor hem bestemd was. 282

275 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication