275

Ik heb oprecht medelijden met deze broeder. Wat hij gelooft, heb ik zelf ook geloofd. Maar ik ben ervan bevrijd. En daarom kan ik die uitspraak uit het besnijdenis-evangelie gewoon loslaten. Gewoon naast me neerleggen. Bevrijdend, hoor. Heerlijk … ‘Ja’, zegt u, ‘dat wil ik ook wel, dat loslaten.’ En dan zeg ik: ‘Heel goed.’ ‘Ja’, zegt u, ‘maar ik weet niet hoe dat moet.’ Tuurlijk wel. Hoe dan? Nou, heel eenvoudig … als een broeder iets tegen u zegt, dan vraagt u eerst aan hem: ‘Waar staat dat, broeder?’ En als die broeder dat niet weet, dan hoeft u ook niet naar hem te luisteren. Waarom zou u naar een onwetende luisteren? Maar als hij bijvoorbeeld tegen u zegt: ‘Dat staat in de brief van Johannes’ … Of: ‘Dat staat in Ezechiël.’ Dan zegt u: ‘Dank u, broeder, maar dat is het besnijdenisevangelie. Dat is niet voor mij bestemd.’ En dan laat u het los … Is het zó eenvoudig? Ja, zo eenvoudig is het. Alles, wat niet van het evangelie van Paulus is, gewoon loslaten? Ja, gewoon loslaten. O, dat is bevrijdend … Ja, dat is zeker bevrijdend. O, dat is heerlijk … Ja, dat is ècht heerlijk. 283

276 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication