314

O, ja? Ja, want in mijn geloofsgemeenschap wordt verkondigd dat God niet de Redder is van alle mensen. Hm, dat is niet zo best … Nee, en bedoel je dan dat ik mijn geloofsgemeenschap moet mijden, dat ik er met een grote boog omheen moet lopen? Ja, dat bedoel ik, dat zou heel verstandig van u zijn … Maar dat kan toch niet? O, nee … waarom niet? Nou, daar zit mijn hele familie en mijn kennissenkring. Tja, dat is erg vervelend, heel erg vervelend … Ik leef met u mee … Maar u blijft liever in uw geloofsgemeenschap. En u krijgt in die geloofsgemeenschap voortdurend onjuiste informatie. En dan zit u in die geloofsgemeenschap op hete kolen. U denkt dan de hele tijd: ‘Niet aan de hel denken … niet aan de hel denken …’ Waar denkt u dan aan? Juist, aan de hel … In uw geloofsgemeenschap wordt het evangelie niet verteld. U hoort daar de taal van ongelovigen. Nou, daar wordt u blij van … Ik zou er toch nog maar eens goed over nadenken. Misschien is het toch verstandiger om mensen op te zoeken, die ook geloven dat God de Redder is van alle mensen. Ja, zegt u, maar dat vind ik moeilijk hoor, wat je daar zegt. Je roept mij eigenlijk op om mijn kerk te verlaten. Ja, eigenlijk wel … Gewoon weggaan. Echt waar. Gewoon weggaan … Ja, maar als ik dan ‘s zondags de kerkklokken hoor luiden, dan voel ik mij zo schuldig. Want die klokken roepen mij: ‘Kom hier … kom hier …’ 325

315 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication