349

Efeziërs 5:28. “ho agapōn tēn heautou gunaika heauton agapa” Letterlijke vertaling: “Degene die zijn eigen vrouw aan het liefhebben is, is zichzelf aan het liefhebben.” De liefde van een man voor zijn vrouw is geen feit onbepaalde tijd (aorist). Daarom wordt er hier, in Efeze 5:28, een onvoltooid tegenwoordige tijd gebruikt, om aan te geven, dat die liefde van de man van tijdelijke aard is. Hij is op dit spreekmoment bézig met lief te hebben. Maar er kunnen honderden redenen zijn, zowel van fysieke als van psychische aard, die de liefde van een man voor zijn vrouw kan doen verdampen. Het is iets vluchtigs. Die liefde van een man voor zijn vrouw, in de tegenwoordige tijd, kan zomaar voorbij zijn. 1 Johannes 4:19 “hēmeis agapōmen auton hoti autos prōtos ēgapēsen hēmas” “wij zijn Hem (God) aan het liefhebben (onvoltooid tegenwoordige tijd), omdat Hij ons eerst liefheeft (aorist)” In 1 Johannes 4:19 ziet u het verschil in de liefde van God en van de mens. De liefde van de mens (‘wij’) is een onvoltooid tegenwoordige tijd. De liefde van God is een aorist, een feit. Het verschil tussen Gods liefde en onze liefde wordt dus weergegeven door verschillende werkwoordsvormen. Wij hebben God lief in de onvoltooid tegenwoordige tijd. Onze liefde voor God is vluchtig. Onze liefde voor God kan op elk moment afgebroken worden. En vervangen worden door iets anders. Om wat voor reden dan ook. Dit is Gods oordeel over onze liefde voor Hem. Deze gedachte vinden wij niet zo prettig. 360

350 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication