350

Het is slecht voor ons ego. Wij vinden dat wij best wel goed bezig zijn. Maar het zou verstandig van ons zijn, wanneer wij tegen God zouden zeggen: ‘Heer, U heeft helemaal gelijk, mijn liefde voor U is iets vluchtigs.’ Maar dat doen wij niet. Wij draaien het om. Wij doen net of Gods liefde vluchtig is. Maar Gods liefde is niet vluchtig. Onze liefde is vluchtig. Daarom zijn veel mensen ook bang voor God. Zij denken dat God net zo is, zoals wij mensen zijn. Dat Gods liefde voor ons iets vluchtigs is. Nou, echt niet. Gods liefde voor ons is een aorist, hoor … Als de liefde van God bijna altijd in de aorist staat, dan moet je dus goed opletten als die liefde van God in de onvoltooid tegenwoordige tijd staat. Dan is er iets bijzonders aan de hand. Laten we die bijzondere passage eens bekijken. We gaan naar 2 Korintiërs 9:7. “hilaron gar dotēn agapa ho theos” Hier zou je ‘ēgapēsen’, de aorist, verwachten, omdat het over het liefhebben van God gaat, maar er staat hier ‘agapa’, de onvoltooid tegenwoordige tijd. De vertaling is dus: “… want God is een blijmoedige gever aan het liefhebben”. Waarom wordt in deze passage de onvoltooid tegenwoordige tijd voor Gods liefde gebruikt? Omdat in dit hoofdstuk de nadruk ligt op het tijdelijke aspect van een inzameling. Deze inzameling is een bijzondere inzameling voor de verarmde heiligen in Jeruzalem. 361

351 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication