35

Daar gaat het mij vanmiddag niet om. U kunt dit trouwens nalezen in 2 Kronieken 20. Het gaat mij om de actie van die koning. Op het randje van de dood, in een volkomen hopeloze situatie, zingt hij Gods lof. Broeder, bent u ook in een hopeloze situatie? Zuster, bent u op het randje van de dood? Stel u op, in uw heilige feestdos … Heilige feestdos? Heb ik dan een heilige feestdos? Ja, wat dacht u dan? Galaten 3:27 zegt: ‘U, die in Christus gedoopt bent, hebt u met Christus bekleed’. Als u dat geen heilige feestdos durft te noemen, dan weet ik het ook niet meer. Stel u op, in uw heilige feestdos, en zing Gods lof. Ga uw vijanden tegemoet en zeg: ‘Looft de HERE, want zijn goedertierenheid is tot in eeuwigheid.’ Waarom? Nou, gewoon, omdat God GOD is. En dat God het waard is om verheerlijkt en gedankt te worden. Daarom. In de nacht dat de Heer Jezus overgeleverd zou worden, vierde Hij het Pascha met zijn leerlingen. De Evangeliën geven heel gedetailleerd de gesprekken tijdens de maaltijd weer. De Heer wist precies wat Hem te wachten stond. Wie Hem zou verraden, dat Hij gespot en gesmaad zou worden. Dat ze Hem allemaal in de steek zouden laten. En welke dood Hij zou sterven. En wat doet Hij? Hij troost zijn leerlingen. Omgekeerde wereld. Ze moesten Hem troosten. Hij ging lijden. 38

36 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication