358

Dat kan, maar dat is wat de tekst hier zegt. Deze tekst is een goed voorbeeld van concordant vertalen. Dat je telkens weer onvoorziene dingen tegenkomt. Wat is het nou? Is onze redding nou een feit? Of is onze redding een momentopname, wat weer voorbij kan gaan? Nu begint de overpeinzing. Ik geef u iets ter overweging. De oplossing van dit probleem is de middenvorm van het woord ‘jullie zijn [met heel jullie wezen] gered aan het worden’ in 1 Korintiërs 15:2. Laten we proberen dit gegeven zo goed mogelijk te benaderen. De middenvorm geeft aan dat het onderwerp intens betrokken is bij de handeling. In 2 Timoteüs 1:9 wordt onze redding vanuit Gods standpunt bekeken. Het absolute standpunt. Daar is onze redding een aorist, een feit. De onvoltooide handeling tegenwoordige tijd en de middenvorm sámen in 1 Korintiërs 15:2 geeft de redding aan vanuit het menselijk standpunt. Het relatieve standpunt. De middenvorm geeft een intense betrokkenheid aan, oftewel de beleving van het onderwerp bij de handeling. Hoewel dus onze redding een feit is, volgens 2 Timoteüs 1:9, beleven we dat niet zo, volgens 1 Korintiërs 15:2. Wij beleven onze redding niet als een feit, maar als een proces van momenten, waarin wij gered aan het worden zijn. Als in een wedloop. Waarin je op het ene moment een gevoel van gelukzaligheid hebt. Omdat het lopen probleemloos gaat. 369

359 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication